ECLI:NL:GHSGR:2011:5676

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
29 maart 2011
Publicatiedatum
29 november 2021
Zaaknummer
200.069.774/01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij levering veevoer met te hoog sulfaatgehalte en exoneratie in algemene voorwaarden

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, betreft het een hoger beroep van de Exploitatiemaatschappij De Keizersberg B.V. tegen Bonda's Veevoederbureau B.V. De Keizersberg is in hoger beroep gekomen van vier vonnissen van de Rechtbank 's-Gravenhage, gewezen op 13 december 2006, 17 december 2008, 22 juli 2009 en 13 januari 2010. De zaak draait om de levering van veevoer door Bonda, waarbij het sulfaatgehalte te hoog bleek te zijn. De Keizersberg vorderde in het incident tot tussenkomst, waarbij zij haar vorderingen op Bonda had overgedragen aan een derde partij. Het hof moest beoordelen of deze derde partij recht en belang had om in het geding tussen De Keizersberg en Bonda tussen te komen.

Het hof overweegt dat voor toewijzing van een verzoek tot tussenkomst moet blijken van een belang van de verzoeker om benadeling of verlies van een hem toekomend recht te voorkomen. In dit geval stelde de derde partij dat zij rechthebbende was geworden van de vorderingen op Bonda door een cessieovereenkomst. Het hof oordeelt dat het verzoek tot tussenkomst voldoet aan de vereisten van artikel 217 Rv, omdat de derde partij een belang heeft bij de uitkomst van het geding. Het hof laat de derde partij toe als tussenkomende partij en wijst de proceskosten van het incident toe aan De Keizersberg en de derde partij.

De beslissing van het hof houdt in dat de zaak wordt verwezen naar de rol van 10 mei 2011 voor memorie van grieven aan de zijde van De Keizersberg en de tussenkomende partij, waarbij de tussenkomende partij haar zelfstandige vorderingen kan vastleggen en onderbouwen. Dit arrest is gewezen door de rechters A.J.M.E. Arpeau, J.M.Th. van der Hoeven-Oud en M.M. Olthof en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 29 maart 2011.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE
Sector handel
Zaaknummer : 200.069.774/01
Rolnummer rechtbank : 274612 / HAZA 06-3432
arrest van de vierde civiele kamer d.d. 29 maart 2011 in het incident tot tussenkomst
(artikel 217 Rv)
inzake
BEHEER- EN BELEGGINGSMAATSCHAPPIJ […] B.V.,
verzoekster in het incident tot tussenkomst, hierna te noemen: ,
[…]
advocaat: mr. L.Ph.J. Baron van Utenhove te 's-Gravenhage, in de zaak van:
EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ DE KEIZERSBERG B.V.,
gevestigd te Elsendorp,
verweerster in het incident tot tussenkomst, appellante in de hoofdzaak,
hierna te noemen: De Keizersberg,
advocaat: mr. L.Ph.J. Baron van Utenhove te 's-Gravenhage,
tegen
BONDA'S VEEVOEDERBUREAU B.V.,
gevestigd te Hillegom,
verweerster in incident tot tussenkomst, geïntimeerde in de hoofdzaak,
hierna te noemen: Bonda,
advocaat: mr. R. van Eck te Enschede.

Het geding

Bij exploot van 8 april 2010 is De Keizersberg in hoger beroep gekomen van vier door de Rechtbank 's-Gravenhage tussen partijen gewezen vonnissen van 13 december 2006,
17 december 2008, 22 juli 2009 en 13 januari 2010. […] heeft bij incidentele
memorie tot tussenkomst gevorderd haar toe te laten als tussenkomende partij in het tussen De Keizersberg en Bonda bij het hof aanhangige geding. De Keizersberg en Bonda hebben ieder een memorie van antwoord in het incident tot tussenkomst genomen.
Vervolgens heeft De Keizersberg de stukken overgelegd en arrest gevraagd in het incident.

Beoordeling van de incidentele vordering

1. In haar incidentele memorie tot tussenkomst stelt […] dat zij recht en belang heeft om in het tussen De Keizersberg en Bonda aanhangige rechtsgeding tussen te komen. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Bij akte van overeenkomst van cessie van
17 november 2010 heeft De Keizersberg de in eerste aanleg tegen Bonda ingestelde vorderingen aan […] overgedragen. Hierdoor is het belang van De Keizersberg in de appelprocedure op haar overgegaan. Zij is rechthebbende geworden van de vorderingen op Bonda en zij zou - althans voor zover de vorderingen worden toegewezen - Bonda daarop kunnen aanspreken en zo nodig haar verhaalsrecht kunnen uitoefenen op het vermogen van Bonda. Zonder tussenkomst kan zij door De Keizersberg in haar belang
geschaad worden, omdat zij dan niet op basis van een eigen recht de aan haar overgedragen vorderingen jegens Bonda geldend kan maken.
2. De Keizersberg concludeert tot toewijzing van het verzoek tot tussenkomst.
Bonda heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof, waarbij zij nog wel opmerkt dat zij meent dat de kosten van het incident voor […] behoren te komen.
3. Het hof overweegt als volgt. Voor toewijzing van een verzoek tot tussenkomst moet blijken van een belang van de verzoeker om benadeling of verlies van een hem toekomend recht te voorkomen. In overeenstemming hiermee moet in de regel worden aangenomen dat het in artikel 217 Rv genoemde belang ook aanwezig is wanneer degene die volgens de tussenkomst vorderende partij zijn schuldenaar is, door een derde wordt aangesproken tot voldoening van de desbetreffende vordering (HR 14 maart 2003, NJ 2003, 313). Naar het oordeel van het hof is dit in het onderhavige geval aan de orde. Immers, De Keizersberg spreekt Bonda aan tot voldoening van een vordering waarvan […] stelt dat deze als gevolg van cessie aan haar toekomt. Het verzoek voldoet aan het vereiste van artikel 217 Rv en zal worden toegewezen.
4. In het feit dat Bonda de onderhavige tussenkomst niet heeft uitgelokt noch zich hiertegen heeft verweerd, en evenmin partij is bij de cessie, ziet het hof aanleiding om de proceskosten van dit incident ten laste te brengen van […] en De Keizersberg.

Beslissing

Het hof:
in het incident:
laat […] in deze zaak toe als tussenkomende partij in het tussen De Keizersberg en Bonda aanhangige geding;
veroordeelt […] en De Keizersberg in de kosten van het incident aan de zijde van Bonda begroot op€ 894,- aan salaris advocaat;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 10 mei 2011 voor memorie van grieven aan de zijde van De Keizersberg en memorie van grieven aan de zijde van […] waarbij […] als tussenkomende partij in deze memorie van grieven haar zelfstandige vordering(en) in de hoofdzaak in een petitum kan vastleggen en deze vorderingen kan onderbouwen.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.J.M.E. Arpeau, J.M.Th. van der Hoeven-Oud, en
M.M. Olthof en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 maart 2011 in aanwezigheid van de griffier.