ECLI:NL:GHSGR:2011:5676
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.J.M.E. Arpeau
- J.M.Th. van der Hoeven-Oud
- M.M. Olthof
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij levering veevoer met te hoog sulfaatgehalte en exoneratie in algemene voorwaarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, betreft het een hoger beroep van de Exploitatiemaatschappij De Keizersberg B.V. tegen Bonda's Veevoederbureau B.V. De Keizersberg is in hoger beroep gekomen van vier vonnissen van de Rechtbank 's-Gravenhage, gewezen op 13 december 2006, 17 december 2008, 22 juli 2009 en 13 januari 2010. De zaak draait om de levering van veevoer door Bonda, waarbij het sulfaatgehalte te hoog bleek te zijn. De Keizersberg vorderde in het incident tot tussenkomst, waarbij zij haar vorderingen op Bonda had overgedragen aan een derde partij. Het hof moest beoordelen of deze derde partij recht en belang had om in het geding tussen De Keizersberg en Bonda tussen te komen.
Het hof overweegt dat voor toewijzing van een verzoek tot tussenkomst moet blijken van een belang van de verzoeker om benadeling of verlies van een hem toekomend recht te voorkomen. In dit geval stelde de derde partij dat zij rechthebbende was geworden van de vorderingen op Bonda door een cessieovereenkomst. Het hof oordeelt dat het verzoek tot tussenkomst voldoet aan de vereisten van artikel 217 Rv, omdat de derde partij een belang heeft bij de uitkomst van het geding. Het hof laat de derde partij toe als tussenkomende partij en wijst de proceskosten van het incident toe aan De Keizersberg en de derde partij.
De beslissing van het hof houdt in dat de zaak wordt verwezen naar de rol van 10 mei 2011 voor memorie van grieven aan de zijde van De Keizersberg en de tussenkomende partij, waarbij de tussenkomende partij haar zelfstandige vorderingen kan vastleggen en onderbouwen. Dit arrest is gewezen door de rechters A.J.M.E. Arpeau, J.M.Th. van der Hoeven-Oud en M.M. Olthof en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 29 maart 2011.