ECLI:NL:GHSGR:2011:5675

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
13 juli 2011
Publicatiedatum
28 januari 2019
Zaaknummer
2200453111
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en bevestiging van vonnis in hoger beroep inzake woninginbraak met aanpassing van bewezenverklaring

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 13 juli 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage, dat op 25 augustus 2010 was gewezen. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uren. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. De tenlastelegging betrof een poging tot woninginbraak op 18 augustus 2010 te Voorschoten, waarbij de verdachte samen met anderen geld en goederen wilde stelen uit een woning. Het hof heeft het vonnis van de eerste rechter vernietigd ten aanzien van de bewezenverklaring, maar heeft de bewezenverklaring wel aangepast. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, maar heeft enkele aspecten van de bewijsconstructie en kwalificatie aangepast zonder de kern van de zaak te wijzigen. Het hof heeft het vonnis voor het overige bevestigd en aangevuld met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, omdat de verdachte na de bewezenverklaring opnieuw voor een strafbaar feit was veroordeeld. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004531-10
Parketnummer: 09-607919-10
Datum uitspraak: 13 juli 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 25 augustus 2010 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [dag] 1990 te [plaats](Afghanistan),
[adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 29 juni 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken, met aftrek van voorarrest, waarvan 2 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, alsmede tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis. Voorts is de teruggave aan de verdachte van het inbeslaggenomen voorwerp gelast.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 18 augustus 2010 te Voorschoten ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (gelegen aan de [straat]) weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen: - zich naar die woning heeft/hebben begeven en/of - een raam van die woning heeft/hebben open gebroken en/of - die woning heeft/hebben doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Het vonnis waarvan beroep

De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof - ook met toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht - niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, behalve ten aanzien van enkele aspecten van de bewezenverklaring - die de bewijsconstructie en de kwalificatie echter niet raken - welke dient te luiden als hierna zal worden aangegeven.
In dit opzicht zal het hof het vonnis waarvan beroep vernietigen.
Voor het overige verenigt het hof zich met de gronden en beslissingen in het vonnis en neemt het hof die over. In zoverre zal het hof het vonnis waarvan beroep bevestigen,
met dien verstande dat het hof de in het vonnis waarvan beroep aangehaalde wetsartikelen aanvult met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht nu de verdachte na de datum waarop de door de eerste rechter bewezenverklaarde feit gepleegd is opnieuw ter zake van een strafbaar feit is veroordeeld.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks18 augustus 2010 te Voorschoten ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in
/uiteen woning
(gelegen aan de [straat]
)weg te nemen geld en/of goederen van
zijn/hun gading,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en
/ofzijn mededader
(s
), en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen
en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengendoor middel van braak,
verbreking en/of inklimming,met
een of meer vanzijn mededader
(s
), althans alleen: - zich naar die woning
heeft/hebben begeven en
/of- een raam van die woning
heeft/hebben open gebroken en
/of- die woning
heeft/hebben doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de bewezenverklaring en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met aanvulling als voormeld.
Dit arrest is gewezen door mr. D.J.C. van den Broek, mr. C.G.M. van Rijnberk en mr. Chr.A. Baardman, in bijzijn van de griffier mr. P. Melis.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 13 juli 2011.