ECLI:NL:GHSGR:2010:BU6434

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
13 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.009.997-01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in asbestzaak met betrekking tot werkgeversaansprakelijkheid

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure over werkgeversaansprakelijkheid in verband met asbestblootstelling. De zaak is gestart met een tussenarrest op 22 december 2009, waarin werd bepaald dat partijen zich konden uitlaten over de benoeming van een deskundige. De deskundige, dr.ir. A. Burdorf, gecertificeerd Arbeidshygiënist en geregistreerd Epidemioloog, werd bereid gevonden om in deze zaak op te treden. De appellante, wonende in Capelle aan den IJssel, heeft de zaak aangespannen tegen Garage Goudriaan B.V., eveneens gevestigd in Capelle aan den IJssel, die als geïntimeerde fungeert. De advocaten van beide partijen zijn mr. E. Grabandt en mr. W.A.M. Rupert.

Het hof heeft de deskundige gevraagd om onderzoek te doen naar de risico's van asbestblootstelling voor automonteurs in de jaren '60 en '70, en of er veiligheidsmaatregelen noodzakelijk waren. Goudriaan heeft verzocht om de vraagstelling aan te passen, maar de appellante heeft bezwaar gemaakt. Het hof heeft besloten de vraagstelling aan te vullen. Goudriaan is verplicht om een voorschot van € 714,- te betalen voor de kosten van het deskundigenonderzoek, en het hof heeft bepaald dat dit voorschot uiterlijk vier weken na de uitspraak moet zijn voldaan.

De deskundige moet zijn schriftelijk rapport vóór 1 oktober 2010 deponeren, en partijen moeten de gelegenheid krijgen om opmerkingen te maken. Het hof heeft verder bepaald dat de appellante het procesdossier binnen vier weken aan de deskundige moet overhandigen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor deskundigenbericht op 12 oktober 2010, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector handel
Zaaknummer : 200.009.997/01
Rolnummer rechtbank : 806623 CV EXPL 07-15427
arrest van de negende civiele kamer d.d. 13 juli 2010
inzake
[appellante]
wonende/gevestigd te Capelle aan den IJssel,
appellant,
hierna te noemen: [appellante],
advocaat: mr. E. Grabandt te 's-Gravenhage,
tegen
Garage Goudriaan B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Goudriaan,
advocaat: mr. W.A.M. Rupert te Rotterdam.
Het geding
Bij tussenarrest van 22 december 2009 is bepaald dat partijen zich bij akte kunnen uitlaten over het voornemen een deskundige te benoemen en de aan die deskundige te stellen vragen. Partijen hebben zich elk bij akte over voornoemde punten uitgelaten. Vervolgens hebben partijen de stukken overgelegd en is arrest gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
1. Partijen hebben te kennen gegeven beide in te stemmen met de benoeming van één deskundige, te weten dr.ir. A. Burdorf, gecertificeerd Arbeidshygiënist RAH, geregistreerd Epidemioloog B te Rotterdam. Het hof heeft de heer Burdorf benaderd en deze heeft zich bereid en in staat verklaard om in de onderhavige zaak als deskundige op te treden en rapport uit te brengen.
2. Goudriaan heeft verzocht de in het tussenarrest sub 8 genoemde vraag a. aan te passen, aldus dat deze wordt toegespitst op de bekendheid van het eventuele risico binnen de maatschappelijke kring waarin Goudriaan verkeerde. [appellante] heeft bezwaar tegen die beperking van de vraagstelling. Het hof ziet aanleiding de vraagstelling aan te vullen, als hierna sub 3 g. bepaald.
3. Het hof zal de aan de deskundige te stellen vragen hieronder formuleren.
Persoonlijke gegevens
a. Waar bent u werkzaam?
b. Heeft u aan uw beroep gerelateerde nevenfuncties? En zo ja, welke?
c. Wat kwalificeert u voor het uitbrengen van een deskundigenrapport in de onderhavige zaak (opleiding en professionele ervaring)?
d. Heeft u in het verleden reeds als deskundige voor een rechtbank/hof opgetreden?
Asbest
e. Werd naar heersende opvattingen in de wetenschap en techniek in de jaren 1969 en/of 1970, toegespitst op de garage/onderhoudsbranche voor (vracht)auto’s, voor het vak van automonteur een significant verhoogd risico gezien voor het ontstaan van mesothelioom, asbestose of longkanker?
f. Indien vraag e. bevestigend wordt beantwoord: werd naar heersende opvattingen in de wetenschap en techniek in de jaren 1969 en/of 1970, toegespitst op de garage/onderhoudsbranche voor (vracht)auto’s, het nemen van veiligheidsmaatregelen noodzakelijk geacht, en zo ja: welke?
g. Indien vraag f. bevestigend wordt beantwoord: op welke wijze is aan die veiligheidsmaatregelen bekendheid gegeven?
h. Zijn er naar uw expertise andere feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een juiste beoordeling van deze zaak?
4. Goudriaan dient het door de deskundige begrote voorschot ad € 714,- inclusief BTW - partijen hebben daarvan een afschrift ontvangen - te voldoen, nu zij dient aan te tonen dat zij niet is tekortgeschoten in de in artikel 7:658 lid 1 BW genoemde zorgplicht. Wat Goudriaan op het punt van de kosten bij akte heeft aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel.
5. Het hof zal tot raadsheer-commissaris benoemen mr. R.S. van Coevorden. Het hof zal bepalen dat de deskundige zijn onderzoek in beginsel zelfstandig zal verrichten, doch indien de raadsheer-commissaris daartoe aanleiding ziet, onder zijn leiding.
Indien de deskundige vragen heeft over de inhoud van zijn opdracht of over de te volgen procedure, kan hij zich wenden tot de raadsheer-commissaris via de contactpersoon mr. W.H.M. van Romondt Vis, e-mail adres: w.van.romondt.vis@rechtspraak.nl, onder vermelding van de namen van partijen en het zaaknummer.
6. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.
Beslissing
Het hof:
- beveelt een onderzoek door één deskundige teneinde aan het hof bericht uit te brengen omtrent de sub 3 vermelde vragen;
- benoemt als zodanig:
Prof. dr.ir. A. Burdorf
p.a. Erasmus MC,
Afdeling Maatschappelijke GezondheidsZorg (MGZ)
[adres]
- benoemt tot raadsheer-commissaris mr. R.S. van Coevorden. Bepaalt dat de deskundige zijn onderzoek in beginsel zelfstandig zal verrichten, doch indien de raadsheer-commissaris daartoe aanleiding ziet, onder zijn leiding;
- bepaalt dat de deskundige bij het verrichten van zijn werkzaamheden naast de normen van zijn beroepsgroep tevens de leidraad deskundigen in civiele zaken in acht dient te nemen;
- bepaalt dat de deskundige zijn werkzaamheden niet zal behoeven aan te vangen voordat door Goudriaan als voorschot op de nader te bepalen kosten van het deskundigenonderzoek een bedrag van € 714, inclusief BTW zal zijn gestort op bankrekeningnummer 56.99.90.580 ten name van Ministerie van Justitie MvJ Arrondissement Den Haag 537, onder vermelding: "voorschot deskundige Gerechtshof 's-Gravenhage" alsmede de namen van partijen en het zaaknummer;
- bepaalt dat dit voorschot uiterlijk vier weken na heden moet zijn voldaan. De griffier zal aan de deskundige mededeling doen van de ontvangst van het voorschot;
- bepaalt dat de deskundige zijn schriftelijk bericht ter griffie handel van dit hof (Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, P2-267A) zal deponeren vóór 1 oktober 2010. Uit dat bericht moet blijken dat de deskundige partijen in de gelegenheid heeft gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen waarvan de inhoud eveneens in het bericht vermeld dient te worden;
- bepaalt dat de deskundige tegelijk met dit bericht een declaratie van loon en kosten ter griffie zal indienen onder vermelding van de namen van partijen en het zaaknummer;
- wijst partijen erop dat indien zij schriftelijke opmerkingen aan de deskundige doen toekomen, daarvan terstond een afschrift aan de wederpartij dient te worden verstrekt;
- bepaalt dat [appellante], als appellante, het procesdossier binnen vier weken na heden aan de deskundige ter hand zal stellen;
- verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 12 oktober 2010 voor deskundigenbericht. Indien de deskundige zijn schriftelijk bericht niet vóór die datum kan deponeren, dient de deskundige uiterlijk twee weken voor deze datum aan de raadsheer-commissaris te verzoeken om een nadere datum voor het deponeren van het deskundigenbericht, via de griffie handel van dit hof (Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, P2-267A);
- bepaalt dat de griffier een afschrift van dit arrest aan de deskundige zendt;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.S. van Coevorden, M.H. van Coeverden en
V. Disselkoen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 juli 2010 in aanwezigheid van de griffier.