ECLI:NL:GHSGR:2010:BP3834

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
11 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.015.260/01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van makelaar en klachttermijn na verstrijken van twee jaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 11 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van een makelaar. De appellant, [de Verkoper], had in hoger beroep beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Dordrecht, dat op 13 augustus 2008 was gewezen. De zaak betreft een geschil tussen de verkoper en de makelaar over de nakoming van de bemiddelingsovereenkomst. De verkoper had zijn grieven geformuleerd in een memorie van grieven, waarin hij 12 grieven aanvoerde tegen het tussenvonnis van 17 oktober 2007 en het eindvonnis van de rechtbank.

De makelaar, vertegenwoordigd door mr. E. Grabandt, voerde primair verweer aan dat de verkoper niet tijdig had geprotesteerd tegen de gestelde wanprestatie, zoals vereist door artikel 6:89 van het Burgerlijk Wetboek. De makelaar stelde dat de bevoegdheid van de verkoper om zich op het tekortschieten van de makelaar te beroepen, was vervallen. Het hof oordeelde dat het verweer van de makelaar in de beoordeling betrokken zou worden, en dat de verkoper de gelegenheid zou krijgen om zich over dit verweer uit te laten.

De zaak werd verwezen naar de rol van 22 juni 2010 voor akte aan de zijde van de verkoper, waarbij iedere verdere beslissing werd aangehouden. Dit arrest is gewezen door de derde civiele kamer van het hof en is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-GRAVENHAGE
Sector handel
Zaaknummer : 200.015.260/01
Zaak-rolnummer rechtbank: 68472/ HA ZA 07-2055
Arrest van de derde civiele kamer d.d 11 mei 2010
inzake
[de Verkoper],
voorheen wonende te [Woonplaats 1], thans wonende te [Woonplaats 2],
appellant,
hierna te noemen: [de Verkoper],
advocaat: mr. J.A.M Reuser te Pijnacker, gemeente Pijnacker-Nootdorp
tegen
1. De vennootschap onder firma [A] MAKELAARDIJ ONROERENDE ZAKEN,
gevestigd en kantoorhoudende te Oud-Beijerland,
2. [Geïntimeerde sub 2],
wonende te [Woonplaats], gemeente [Z],
3. [Geïntimeerde sub 3],
wonende te [Woonplaats], gemeente [Z],
geïntimeerden,
hierna gezamenlijk te noemen: [de Makelaar],
advocaat: mr. E. Grabandt te ’s-Gravenhage.
Het geding
Bij exploot van 1 september 2008 is [de Verkoper] in hoger beroep gekomen van het (eind)vonnis van 13 augustus 2008 dat de rechtbank Dordrecht tussen partijen heeft gewezen. Bij memorie van grieven met twee producties heeft [de Verkoper] 12 grieven aangevoerd tegen het tussenvonnis van 17 oktober 2007 en voormeld eindvonnis, welke grieven [de Makelaar] bij memorie van antwoord met een productie heeft bestreden. Ten slotte hebben partijen hun stukken overgelegd voor arrest.
De beoordeling van het hoger beroep
1. [de Verkoper] beoogt met zijn grieven het geschil tussen partijen in volle omvang aan het hof ter beoordeling voor te leggen.
2. [de Makelaar] heeft primair het verweer gevoerd dat [de Verkoper] niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 6: 89 BW binnen bekwame tijd nadat hij de door hem gestelde wanprestatie van [de Makelaar] had ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken bij [de Makelaar] heeft geprotesteerd. [de Makelaar] verbindt daaraan de conclusie dat de bevoegdheid van [de Verkoper] om zich op het tekortschieten van [de Makelaar] in de nakoming van de bemiddelingsovereenkomst te beroepen, is vervallen en dat het hof [de Verkoper] niet-ontvankelijk in zijn vordering zal dienen te verklaren.
3. Het hof zal dit verweer in de beoordeling betrekken. Het gaat om een niet in eerste aanleg gevoerd nieuw verweer. De devolutieve werking van het appel brengt mee dat [de Makelaar] de bevoegdheid heeft een in eerste aanleg niet gevoerd verweer alsnog in appel te voeren, tenzij het verweer gedekt is, maar daarvan is vooralsnog niet gebleken.
4. Aangezien [de Verkoper] zich niet over dit verweer heeft uitgelaten, zal het hof hem daartoe in de gelegenheid stellen. De zaak zal naar de rol worden verwezen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
Beslissing
Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 22 juni 2010 voor akte aan de zijde van [de Verkoper];
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.J. van Sandick, H A. Groen en E.A. Coyajee- Kappers en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van11 mei 2010 in aanwezigheid van de griffier.