ECLI:NL:GHSGR:2010:BO8242
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dupain
- G.J. Heevel
- J.C.N.B. Kaal
- Rechtspraak.nl
Geldelijke vergoeding bij ongedaanmaking van prestaties in het kader van een driepartijenovereenkomst
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, ging het om een geschil tussen de Stichting 400 Meter Kunstijsbaan Capelle aan den IJssel (hierna: Kunstijsbaan) en Kuwait Petroleum (Nederland) B.V. (hierna: Kuwait) over de terugbetaling van sponsorbedragen na de ontbinding van een driepartijenovereenkomst. De ontbinding van deze overeenkomst leidde tot de verplichting voor Kunstijsbaan om de ontvangen sponsorbedragen, die tot en met het jaar 2002 zijn betaald, terug te betalen. Het hof ging vooralsnog uit van een terug te betalen bedrag van € 505.024,66, inclusief BTW, en oordeelde dat Kunstijsbaan wettelijke rente verschuldigd was vanaf het moment dat zij in gebreke was gesteld.
Kunstijsbaan stelde dat zij recht had op een vergoeding voor de waarde van de door haar verleende bemiddeling in het project, die zij gelijkstelde aan de totale sponsorbijdragen over een periode van 50 jaar. Het hof oordeelde echter dat uit de driepartijenovereenkomst geen verplichting tot bemiddeling voortvloeide en dat de sponsorbijdragen eerder als financiële deelname dan als vergoeding voor diensten moesten worden gezien. Hierdoor werd het verzoek van Kunstijsbaan om een vergoeding op basis van de sponsorbijdragen afgewezen.
Het hof concludeerde dat Kuwait de driepartijenovereenkomst rechtsgeldig had ontbonden en dat Kunstijsbaan gehouden was de ontvangen sponsorbijdragen terug te betalen. De vorderingen van Kunstijsbaan werden afgewezen, en het hof oordeelde dat Kuwait recht had op verrekening van de bedragen. De proceskosten in hoger beroep werden aan Kunstijsbaan opgelegd, en het hof verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad.