ECLI:NL:GHSGR:2010:BO7190

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
7 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
105.004.941-01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verval van instantie in faillissementsprocedure en verzoek tot ontslag van instantie

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Gravenhage, betreft het een hoger beroep van de rechtspersoon naar Belgisch recht, Fro d'Or, die op 13 november 2009 failliet is verklaard. Fro d'Or was in hoger beroep gekomen tegen een eindvonnis van 2 november 2005, waarin zij werd veroordeeld tot betaling van € 53.864,41 aan Trescon B.V. wegens geleverde goederen. De tegenvordering van Fro d'Or werd afgewezen. Na de faillietverklaring van Fro d'Or is de procedure in hoger beroep geschorst en heeft Trescon de curator opgeroepen om het geding over te nemen, maar de curator heeft hieraan geen gevolg gegeven. De rechtsvraag die aan het hof werd voorgelegd, betreft het verzoek van Trescon om ontslag van instantie op grond van artikel 27, tweede lid van de Faillissementswet (Fw). Het hof oordeelt dat het verzoek van Trescon gegrond is, aangezien zij niet verder wil worden belast met kosten die mogelijk niet kunnen worden verhaald door het faillissement van Fro d'Or. Het hof verleent daarom ontslag van instantie en veroordeelt Fro d'Or in de proceskosten van het geding in hoger beroep, die zijn begroot op € 1.860,-- aan verschotten en € 3.262,-- aan salaris advocaat. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 7 december 2010.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE
Sector handel
Zaaknummer : 105.004.941/01
Rolnummer (oud) : 06/729
Zaak-/rolnummer rechtbank : 198482 / HA ZA 03-1505
Arrest van de eerste civiele kamer d.d. 7 december 2010
inzake
de rechtspersoon naar Belgisch recht FRO D'OR,
gevestigd te Bilzen (België),
op 13 november 2009 failliet verklaard,
appellante in de hoofdzaak,
hierna te noemen: Fro d'Or,
advocaat: mr. W.P. den Hertog te 's-Gravenhage,
tegen
TRESCON B.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
geïntimeerde in de hoofdzaak,
hierna te noemen: Trescon,
advocaat: mr. H.J.A. Knijff te Amsterdam.
Het geding
Bij arrest van 7 juli 2009 heeft het hof het verzoek van Fro d'Or ex artikel 843a Rv. afgewezen. Voor de gang van zaken tot dan toe wordt verwezen naar dit arrest. Vervolgens heeft Trescon op 27 oktober 2009 een memorie van antwoord (met producties) genomen. Hierop heeft Fro d'Or op 24 november 2009 een akte genomen en op de rol van 12 januari 2010 (onder meer) een kopie van het vonnis van de rechtbank van Tongeren (België) van 13 november 2009, waarin het faillissement van Fro d'Or is uitgesproken, in het geding gebracht. Op 26 januari 2010 heeft Trescon een antwoord-akte genomen. De advocaat van Fro d'Or heeft bericht dat de curatoren in het faillissement van Fro d'Or het geding niet wensen over te nemen. Hierop heeft Trescon op 25 mei 2010 nog een akte genomen, zakelijk inhoudende een herhaald verzoek tot verval van instantie op grond van artikel 27, tweede lid Faillissementswet (Fw). Hierna hebben partijen arrest gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
1. Het gaat in dit geding, voor zover thans nog aan de orde, om het volgende.
(1.1) Bij het thans bestreden eindvonnis van 2 november 2005 is Fro d'Or veroordeeld, zakelijk weergegeven, om (wegens geleverde goederen) aan Trescon in hoofdsom te betalen een bedrag van € 53.864,41, vermeerderd met contractuele rente, beslag- en proceskosten. De tegenvordering van Fro d'Or (wegens schadevergoeding) is daarbij afgewezen.
(1.2) Fro d'Or is van dit vonnis en het daaraan voorafgegane tussenvonnis van 14 september 2005 in hoger beroep gekomen. Hangende dit hoger beroep is Fro d'Or failliet verklaard.
(1.3) Vervolgens is de procedure in hoger beroep geschorst en heeft Trescon de curator in het faillissement van Fro d'Or opgeroepen tot overneming van het geding (ingevolge artikel 27, eerste lid Faillissementswet -Fw-). De curator heeft aan deze oproeping geen gevolg gegeven.
2. Trescon vraagt thans ontslag van instantie als bedoeld in artikel 27, tweede lid Fw. Haar belang bij een ontslag van instantie is, aldus Trescon, hierin gelegen dat zij niet gedwongen wordt tot het maken van verdere kosten die mogelijk, vanwege het faillissement van Fro d'Or, niet kunnen worden verhaald.
3. Op de onderliggende procedure is Nederlands recht van toepassing. Dit is tussen partijen niet in geschil. Ook op het verzoek tot ontslag van instantie is Nederlands recht van toepassing. Dit volgt onder meer uit het bepaalde in artikel 15 van de EU Insolventieverordening (EIV).
Het verzoek van Trescon zal als op de wet gegrond en niet weersproken worden toegewezen. Hierbij past een proceskostenveroordeling ten laste van Fro d'Or.
Beslissing
Het hof:
- verleent ontslag van instantie op grond van artikel 27, tweede lid Faillissementswet;
- veroordeelt Fro d'Or in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van Trescon tot op heden begroot op € 1.860,-- aan verschotten en € 3.262,-- aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.A.F. Tan-de Sonnaville, J. Kramer en J.C.N.B. Kaal en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 december 2010 in aanwezigheid van de griffier.