ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0864

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
9 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-000735-09
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schuldheling, opzetheling en bezit van cocaïne in Spijkenisse

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 9 juli 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die was beschuldigd van meerdere feiten, waaronder schuldheling, opzetheling en het aanwezig hebben van cocaïne. De verdachte werd schuldig bevonden aan vier gevallen van schuldheling, opzetheling en het bezit van ongeveer 10,57 gram cocaïne. De feiten vonden plaats in Spijkenisse tussen april 2008 en oktober 2008. De verdachte had in deze periode verschillende goederen verworven, waarvan hij wist of had moeten vermoeden dat deze door misdrijf waren verkregen. De rechtbank had de verdachte in eerste aanleg vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij bepaalde diefstallen en sprak hem daarvan vrij. Het hof bevestigde echter de bewezenverklaring van de overige feiten en legde een gevangenisstraf op van 20 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. De beslissing om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen was gebaseerd op de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen, waaronder artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de noodzaak om recidive te voorkomen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000735-09
Parketnummer: 10-700245-08
Datum uitspraak: 9 juli 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 29 januari 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van
29 januari 2010 en 25 juni 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
1.
(zaak [adres 1])
hij op of omstreeks 12 april 2008 te Spijkenisse tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan de [adres 1] heeft weggenomen geld en/of horloges en/of camera's en/of computerapparatuur en/of een laptop en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] en/of [aangever 2] en/of [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door een of meer deur(en) van die woning open te breken;
2.
(zaak [adres 2])
hij in of omstreeks de periode van 17 april 2008 tot en met 18 april 2008 te Spijkenisse tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan de [adres 2] heeft weggenomen computerspelletjes en/of computerapparatuur en/of fotocamera's en/of geld en/of juwelen en/of een televisie, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4] en/of [aangever 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heef hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door de tuindeur open te breken en/of het slot van de achterdeur van die woning te forceren;
subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 17 april 2008 tot en met 30 mei 2008 te Spijkenisse, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een televisie (merk LG, met groot scherm) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat goed wist(en), althans had(den) moeten vermoeden, dat het een door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed betrof;
3.
(zaak [adres 3])
hij in of omstreeks de periode van 10 september 2008 tot en met 11 september 2008 te Spijkenisse tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan de [adres 3] heeft weggenomen een televisie en/of een computer en/of fotocamera's en/of audio-apparatuur en/of juwelen en/of een jas en/of twee tassen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door een raam van die woning open te breken en/of een slot van een deur van die woning te forceren;
4.
(zaak [adres 4])
hij in of omstreeks de periode van 26 april 2008 tot en met 29 april 2008 te Spijkenisse tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan de [adres 4] heeft weggenomen een kluis (inhoudende een postzegelverzameling en/of eigendomspapieren van een camper en/of een hoeveelheid geld (650 euro of daaromtrent) en/of 600 poolse slotti en/of twee giropassen (met pincode) en/of postzegelboekjes) en/of een sleutelbos en/of een portemonnee (inhoudende 45 euro of daaromtrent) en/of sleutels en/of twee geldkisten (inhoudende papieren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door het slot van het tuinhek en/of een (keuken)raam van die woning te forceren en/of een kluis open te breken;
subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 29 april 2008 tot en met 22 oktober 2008 te Spijkenisse, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een aantal vellen/setjes postzegels (afkomstig uit Rusland en/of met afbeeldingen van Nederlandse voetballers erop) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat goed wist(en), althans had(den) moeten vermoeden, dat het een door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed betrof;
5.
(zaak [adres 5])
hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2008 tot en met 28 maart 2008 te Heenvliet, gemeente Bernisse, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan de [adres 5] heeft weggenomen een kluis (inhoudende papieren en/of bewijzen en/of een mobiele telefoon en/of trouwringen en/of een muntenverzameling en/of diploma's) en/of een tas (inhoudende sleutels en/of een portemonnee en/of pasjes en/of een Tomtom en/of en/of een headset en/of een digitale camera en/of een mobiele telefoon), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 8] en/of [aangever 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak,verbreking en/of inklimming, te weten door de tuindeur en/of de achterdeur van die woning te forceren;
subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2008 tot en met 22 oktober 2008 te Spijkenisse, althans in Nederland, (een) goed(eren), te weten een Tomtom en/of twaalf munten, heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed/die goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed(eren) betrof;
6.
(zaak [adres 6])
hij in of omstreeks de periode van 13 juni 2008 tot en met 06 juli 2008 te Spijkenisse tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan de [adres 6] heeft weggenomen geld en/of een televisie en/of een horloge en/of een rijbewijs en/of een staatslot en/of een laken en/of een computer en/of een (antieke) revolver, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door de voordeur van die woning te forceren;
subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 13 juni 2008 tot en met 22 oktober 2008 te Spijkenisse, in elk geval in Nederland, (een) goed(eren), te weten een horloge (Seiko Kinetic) met zwarte polsband, heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed/die goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed(eren) betrof;
7.
(zaak [adres 7])
hij in of omstreeks de periode van 26 april 2008 tot en met 27 april 2008 te Spijkenisse tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan de [adres 7] heeft weggenomen een kluis en/of spaarpotten en/of twee televisies en/of sieraden en/of een stereo-installatie en/of twee portemonnees en/of twee computerspellen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door de achterdeur van die woning te forceren;
8.
(zaak SGS)
hij in of omstreeks de periode van 17 september 2008 tot en met 22 september 2008 te Spijkenisse tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk twaalf platina (laboratorium)schaaltjes (met een waarde van 40.000 of daaromtrent), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan SGS Nederland BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als laboratorium-medewerker, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 17 september 2008 tot en met 06 oktober 2008 te Spijkenisse, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een aantal platina (laboratorium)schaaltjes heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat goed/die goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf, namelijk door verduistering (in persoonlijke dienstbetrekking), althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed(eren) betrof;
9.
(zaak [naam zaak])
hij op of omstreeks 22 oktober 2008 te Spijkenisse tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 10,57 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1, 2 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair en 8 primair tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 2 subsidiair, 3, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair, 7, 8 subsidiair en 9 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest. Voorts is de benadeelde partij V. van Beilen niet-ontvankelijk in zijn vordering verklaard.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep is ingevolge het bepaalde bij artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet gericht tegen de in eerste aanleg gegeven vrijspraak van het onder 1 tenlastegelegde.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voorzover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraken
Feiten 2, 4, 5, 6 en 8 telkens primair
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2, 4, 5, 6 en 8 telkens primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan - overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal - behoort te worden vrijgesproken.
Feit 3 (zaak [adres 3])
Naar het oordeel van het hof bevat het dossier onvoldoende bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal uit de woning aan het [adres 3] in Spijkenisse van de tijdens de doorzoeking van zijn woning op 22 oktober 2008 aangetroffen goederen, zodat de verdachte behoort te worden vrijgesproken van het hem onder 3 tenlastegelegde.
Feit 7 (zaak [adres 7])
Met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte bij de inbraak in een woning aan de [adres 7] te Spijkenisse bevat het dossier slechts de enkele verklaring van de medeverdachte [medeverdachte]. Mede in het licht van de stellige ontkenning door de verdachte kan naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend worden bewezen hetgeen aan de verdachte onder 7 is tenlastegelegd, zodat de verdachte ook daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair, 8 subsidiair en 9 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2 subsidiair:
hij in de periode van 17 april 2008 tot en met 30 mei 2008 te Spijkenisse, een televisie (merk LG, met groot scherm) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dat goed had moeten vermoeden dat het een door enig misdrijf verkregen goed betrof;
4 subsidiair:
hij op 22 oktober 2008 te Spijkenisse, een aantal vellen/setjes postzegels (afkomstig uit Rusland en met afbeeldingen van Nederlandse voetballers erop) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen had moeten vermoeden dat het door enig misdrijf verkregen goederen betrof;
5 subsidiair:
hij op 22 oktober 2008 te Spijkenisse, goederen, te weten een Tomtom en twaalf munten, voorhanden gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het door enig misdrijf verkregen goederen betrof;
6 subsidiair:
hij op 22 oktober 2008 te Spijkenisse, een goed, te weten een horloge (Seiko Kinetic) met zwarte polsband, heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dat goed redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door enig misdrijf, verkregen goed betrof;
8 subsidiair:
hij in de periode van 17 september 2008 tot en met 06 oktober 2008 te Spijkenisse, een aantal platina (laboratorium)schaaltjes voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door enig misdrijf verkregen goederen betrof;
9:
hij op 22 oktober 2008 te Spijkenisse tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 10,57 gram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 2, 4, 5 en 6 telkens subsidiair bewezenverklaarde:
Schuldheling, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 8 subsidiair bewezenverklaarde:
Opzetheling.
Ten aanzien van het onder 9 bewezenverklaarde:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van van misdrijf afkomstige goederen. Dit zijn ergerlijke en overlastgevende feiten die het plegen van diefstallen en inbraken lucratief maken en een afzetmarkt voor gestolen goederen in stand houden.
Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 10 juni 2010, is de verdachte meermalen onherroepelijk veroordeeld voor het plegen van soortgelijke feiten. Met het oog op het voorkomen van verdere recidive door de verdachte acht het hof het dan ook raadzaam een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen. Alles overwegende is het hof van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur - waarbij het onvoorwaardelijke deel door de verdachte reeds in voorarrest is uitgezeten - een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 416 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep - voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 primair, 3, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 en 8 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 2 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair, 8 subsidiair en 9 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) maanden.
Bepaalt, dat een op 5 (vijf) maanden bepaald gedeelte van de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijke gedeelte van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. I.E. de Vries, mr. Chr.A. Baardman en mr. M.A.C.L.M. Bonn, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 9 juli 2010.
Mr. Chr.A. Baardman en mr. M.A.C.L.M. Bonn zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.