ECLI:NL:GHSGR:2010:BN6438

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
8 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-004897-09
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in hoger beroep wegens gebrek aan belang

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 8 september 2010, werd de verdachte geconfronteerd met een verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak, omdat zijn raadsman niet aanwezig was. De advocaat-generaal kondigde aan vrijspraak te willen vragen, wat leidde tot de afwijzing van het aanhoudingsverzoek door het hof. Het hof verklaarde het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in het hoger beroep, omdat er geen grieven meer bestonden tegen het vonnis van de rechtbank Dordrecht van 15 september 2009. De verdachte was eerder vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, en de officier van justitie had hoger beroep ingesteld, maar het hof oordeelde dat er materieel geen verschil was tussen de situatie waarin het hoger beroep door de advocaat-generaal werd ingetrokken en de huidige gang van zaken. De beslissing van het hof was dus gebaseerd op het gebrek aan belang van het Openbaar Ministerie in deze zaak.

De zaak betrof bedreigingen die de verdachte had geuit aan verschillende slachtoffers via e-mail, waarin hij hen waarschuwde voor mogelijke aanslagen en geweld. De verdachte had in de periode van 16 maart 2009 tot en met 30 maart 2009 bedreigingen geuit aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], wat leidde tot de strafzaak. De advocaat-generaal concludeerde dat er geen grieven meer waren tegen het eerdere vonnis, waardoor het hof de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaarde in het hoger beroep. Deze uitspraak benadrukt het belang van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en de noodzaak van een substantieel belang bij het instellen van hoger beroep.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004897-09
Parketnummer: 11-500159-09
Datum uitspraak: 8 september 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Dordrecht van 15 september 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] [geboorteland] op [geboortedatum],
[adres].
Verloop van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en de behandeling van de zaak op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 8 september 2010.
Tenlastelegging
1.hij op of omstreeks 02 april 2009 te Driebergen en/of Leerdam, in elk geval in Nederland bedreigd heeft met een terroristisch misdrijf (als bedoeld in artikel 83 Wetboek van Strafrecht) door een e-mail te zenden aan (de mailbox van de afdeling voorlichting van) het Korps Landelijke PolitieDiensten met de volgende inhoud:
Geachte heer/mevrouw, Ik ga binnenkort een aantal aanslagen plegen hier in Nederland. Allereerst vermoord ik iedereen die mij in vroegere jaren heeft beledigd. Ik word hier helemaal ziek van. Ik maak ze af en begraaf ze niet eens. Dat kan ik niet aanzien. Ik wil hun botten koken en voeren aan de honden. Ik vertel niet waar en wanneer. Ik zou zeggen het klokje tikt. Ik weet 100% dat jullie mij totaal niet kunnen vinden.
Met vriendelijk groet,
een onverwachte moordenaar;
SUBSIDIAIR: voor zover het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 02 april 2009 te Driebergen en/of Leerdam, in elk geval in Nederland heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling en/of met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen en of goederen in gevaar wordt gebracht, immers heeft verdachte opzettelijk een e-mail verzonden aan (de mailbox van de afdeling voorlichting van) het Korps Landelijke Politie Diensten met de volgende inhoud:
Geachte heer/mevrouw,
Ik ga binnenkort een aantal aanslagen plegen hier in Nederland. Allereerst vermoord ik iedereen die mij in vroegere jaren heeft beledigd. Ik word hier helemaal ziek van. Ik maak ze af en begraaf ze niet eens. Dat kan ik niet aanzien. Ik wil hun botten koken en voeren aan de honden. Ik vertel niet waar en wanneer. Ik zou zeggen het klokje tikt. Ik weet 100% dat jullie mij totaal niet kunnen vinden.
Met vriendelijk groet,
een onverwachte moordenaar;
2. hij in of omstreeks de periode van 16 maart 2009 tot en met 30 maart 2009 te Dordrecht en/of Leerdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] op 16 maart 2009 (schriftelijk/per e-mail) dreigend de woorden toegevoegd:
"Hi [slachtoffer 1]...Ik hoop dat je mij nog kent. Ik weet zeker dat je mij kent. Wat je mij hebt aangedaan is niet normaal. Ik heb jou betaald om voor mij te werken en jij hebt mij bedrogen. 1500 euro bitch. Wat denk je wel niet. Maar ik zal het niet zo laten. Je zou het binnenkort toch met je leven moeten terugbetalen. Neem maar afscheid van je familieleden etc. Groeten ik zie je. [verdachte]."
en/of
op 30 maart 2009 (schriftelijk/per e-mail) dreigend de woorden toegevoegd: "Hahahahahah had je daarnet. Ik liet je uw gang gaan. Iets wat ik nooit zou moeten doen. Hoe gaat het verder met u. Marcel. Binnenkort is je leuke advocaten leven voorbij.
Geniet je van het geld etc. Ik maak je af, lees je. Ik maak je helemaal dood. En jou botten, zelfs die graaf ik ze op en voer ze aan de gieren. Ik geef geen datum. Maar het klokje tikt." althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3. hij op of omstreeks 02 april 2009 te Dordrecht en/of Leerdam, althans in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] (schriftelijk/per e-mail met als onderwerp: een van de eerste) dreigend de woorden toegevoegd:
"Geachte heer/mevrouw, Ik ga binnenkort een aantal aanslagen plegen hier in Nederland. Allereerst vermoord ik iedereen die mij in mijn vroegere jaren heeft beledigd. Ik word hier helemaal ziek van. Ik maak ze af en begraaf ze niet eens. Dat kan ik niet aanzien. Ik wil hun botten koken en voeren aan de honden.
Ik vertel niet waar en wanneer. Ik zou zeggen het klokje tikt. Ik weet 100% dat jullie mij totaal niet kunnen vinden.
Met vriendelijke groet,
een onverwachte moordenaar."
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Alvorens de zaak voor te dragen heeft de advocaat-generaal ter terechtzitting in hoger beroep op voorhand aangekondigd zonder behandeling van de zaak tot vrijspraak te willen requireren.
Gelet hierop concludeert de advocaat-generaal dat er, ondanks de appelmemorie van de officier van justitie van 9 oktober 2009, geen grieven meer bestaan tegen het door de rechtbank Dordrecht op 15 september 2009 gewezen vonnis en dat de officier van justitie geen belang meer heeft bij het door hem op 25 september 2009 ingestelde hoger beroep. De advocaat-generaal verzoekt het hof dan ook om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.
Het hof is van oordeel dat er materieel geen verschil is tussen de voorgaande gang van zaken en de situatie dat het hoger beroep ter terechtzitting door de advocaat-generaal wordt ingetrokken.
Het gerechtshof, gehoord de verdachte, is met de advocaat-generaal dan ook van oordeel dat de officier van justitie wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk is in het hoger beroep.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. A.J.M. Kaptein, mr. Chr.A. Baardman en mr. G.J.W. van Oven in bijzijn van de griffier mr. M. van der Linden.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 8 september 2010.