ECLI:NL:GHSGR:2010:BN5105
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in hoger beroep wegens schijn van partijdigheid
In deze zaak gaat het om een wrakingsverzoek van [appellante] tegen de voorzieningenrechter in een kort geding. Het verzoek tot wraking werd eerder afgewezen door de rechtbank Rotterdam op 19 februari 2010. [appellante] stelde dat de voorzieningenrechter vooringenomen was tijdens de zitting van 3 februari 2010, waar zij en haar advocaat onheus behandeld werden. [appellante] voerde aan dat de voorzieningenrechter niet objectief was en dat er sprake was van intimidatie. De voorzieningenrechter heeft echter betwist dat er sprake was van vooringenomenheid en stelde dat zij probeerde te bemiddelen tussen de partijen. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat, hoewel de voorzieningenrechter subjectief niet partijdig was, de omstandigheden en de manier waarop zij de zitting leidde bij [appellante] de schijn van partijdigheid hebben kunnen wekken. Het hof heeft daarom de beschikking van de rechtbank vernietigd en het wrakingsverzoek alsnog gegrond verklaard. De beslissing is genomen op 15 juni 2010, na een mondelinge behandeling op 4 juni 2010, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.