ECLI:NL:GHSGR:2010:BN4699

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
9 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22.003354.10, raadkamer
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing gevangenneming op vordering van de advocaat-generaal

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 9 juli 2010 een vordering van de advocaat-generaal behandeld, waarbij de gevangenneming van de verdachte voor de duur van 90 dagen werd gevorderd. De advocaat-generaal, mr. L. Plas, had deze vordering ingediend op 7 juli 2010, maar door omstandigheden was het niet gelukt om deze tijdig te behandelen binnen de wettelijke termijn van 60 dagen na aanvang van de termijn. De wetgeving, specifiek artikel 66a van het Wetboek van Strafvordering, stelt dat de termijn begint te lopen op het moment dat de advocaat-generaal het termijnverloop bemerkt. Het hof oordeelde dat niet aannemelijk was dat de advocaat-generaal niet tijdig had gehandeld na het bemerken van het termijnverloop.

De verdachte, geboren in 1971, was in afwachting van de beslissing op de vordering nog niet in vrijheid gesteld en zat een eerder opgelegde straf uit. Het hof benadrukte dat het bevel tot voorlopige hechtenis was gegeven in verband met een misdrijf waarop een gevangenisstraf van acht jaren of meer staat, wat de ernst van de zaak onderstreept. De vordering van de advocaat-generaal werd uiteindelijk toegewezen, en het hof beval de gevangenneming van de verdachte voor de duur van 90 dagen, met de voorwaarde dat de voorlopige hechtenis zou worden ondergaan in de PI Nieuw Vosseveld EBI te Vught.

De beslissing werd genomen door de voorzitter, mr. S.J.A.M. van Gend, en de rechters mr. B. van Walderveen en mr. P.H. Holthuis, in aanwezigheid van de griffier P.H. Stempels. Deze beschikking is op 9 juli 2010 getekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

Rolnummer: 22.003354.10
Parketnummer: 10-600136-07
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE
Raadkamer
BESLISSING
Gegeven op een vordering als bedoeld in artikel 66a van het Wetboek van Strafvordering van de advocaat-generaal bij dit gerechtshof tot gevangenneming van de verdachte, genaamd
[verdachte],
Geboren op [dag] 1971 te [plaats],
[detentieadres].
Onderzoek van de vordering in raadkamer.
Het bevel gevangenneming van de verdachte is verstreken op 12 juni 2010.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof, mr. L. Plas, heeft bij vordering van 7 juli 2010
de gevangenneming van de verdachte gevorderd voor de duur van 90 dagen.
De vordering is ingediend voordat het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep is aangevangen.
Het hof heeft de vordering behandeld in raadkamer op 8 juli 2010.
De advocaat-generaal, mr. L. Plas, heeft in raadkamer de vordering toegelicht.
De verdachte en de raadsvrouwe van de verdachte, mr. Van der Meer zijn ter zitting verschenen.
Beoordeling van de vordering.
Blijkens de wetsgeschiedenis van artikel 66a van het Wetboek van Strafvordering, is het de bedoeling van de wetgever geweest dit artikel in hoger beroep van toepassing te verklaren.
De advocaat-generaal heeft door omstandigheden er niet voor kunnen zorgen dat de vordering tot verlenging van de gevangenneming tijdig, dat wil zeggen binnen 60 dagen na aanvang van de termijn, werd behandeld door de raadkamer van het hof.
Blijkens de wetsgeschiedenis begint de in artikel 66a, lid 1 met de woorden "ten spoedigste" aangeduide termijn te lopen op het moment dat de advocaat-generaal het termijnverloop bemerkt. In raadkamer is niet aannemelijk geworden dat de advocaat-generaal niet ten spoedigste na bedoeld moment de onderhavige vordering heeft gedaan.
Het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte was gegeven terzake van verdenking van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld. Daaruit blijkt dat het om een zeer ernstig geval gaat.
De verdachte is in afwachting van de beslissing op de vordering gevangenneming nog niet in vrijheid gesteld. Hij zit thans een eerder aan hem opgelegde straf uit. Dat staat overigens niet in de weg aan toewijzing van de vordering van de advocaat-generaal.
Op grond van het voorgaande en gelet op de artikelen 65, 66, 66a, 67, 67a, 75 en 78 van het Wetboek van Strafvordering en de artikelen 45, 46, 57, 157, 179, 282, 282a, 285, 289, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht zal het hof de vordering van de advocaat-generaal toewijzen en derhalve de gevangenneming van de verdachte bevelen.
BESLISSING
Het hof:
Wijst toe de vordering van de advocaat-generaal.
Beveelt de gevangenneming van de verdachte voor de duur van 90 dagen.
Beveelt dat de voorlopige hechtenis zal worden ondergaan in de PI Nieuw Vosseveld EBI te Vught.
Deze beschikking is gegeven op vrijdag 9 juli 2010 door mr. S.J.A.M. van Gend, voorzitter, mr. B. van Walderveen en mr. P.H. Holthuis, in bijzijn van de griffier P.H. Stempels.
Deze beschikking is getekend door de voorzitter en de griffier.