ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2547
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Husson
- A. de Haan-Boerdijk
- J. van de Poll
- Rechtspraak.nl
Waardering van getuigenverklaringen in het kader van samenleven als ware zij gehuwd
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, ging het om een hoger beroep van een vrouw die in een procedure bij de rechtbank had verzocht om erkenning van haar samenlevingsrelatie met haar partner als ware zij gehuwd. De rechtbank had in een eerdere beschikking op 30 september 2009 de vrouw opgedragen bewijs te leveren van haar stelling dat zij met ingang van 18 augustus 2007 niet met een ander was gaan samenwonen. De vrouw heeft getuigen doen horen, waaronder haar partner, een hulp in de huishouding, en een ondernemer, die verklaringen hebben afgelegd over de gezamenlijke huishouding en de verantwoordelijkheden binnen de relatie. Het hof heeft de getuigenverklaringen beoordeeld en vastgesteld dat deze niet overtuigend bewijs leveren voor de stelling van de vrouw dat er sprake was van een gemeenschappelijke huishouding. Het hof concludeert dat de verklaringen eerder de stellingen van de man ondersteunen, die betwistte dat er sprake was van een samenlevingsrelatie zoals door de vrouw gesteld. De bestreden beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd, en de vorderingen van de vrouw in hoger beroep werden afgewezen. De vrouw werd veroordeeld in de proceskosten van de man, die op € 2.944,- werden begroot. De uitspraak werd gedaan op 21 april 2010 door de rechters M. Husson, A. de Haan-Boerdijk en J. van de Poll, bijgestaan door griffier mr. De Klerk.