Rolnummer: 22-004322-08
Parketnummer(s): 09-900335-08
Datum uitspraak: 3 mei 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van
15 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedag] 1974,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in de penitentiaire inrichting Noord - De Grittenborgh te Hoogeveen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 21 september 2009 en -na tussenarrest van 5 oktober 2009- 19 april 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 23 mei 2008 te 's-Gravenhage opzettelijk iemand, op openbaar gezag of krachtens rechterlijke uitspraak of beschikking van de vrijheid beroofd, heeft bevrijd of bij zijn zelfbevrijding behulpzaam is geweest, door toen en aldaar:
- zich naar de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, vestiging Scheveningen, te begeven en/of
- (vervolgens) zich als bezoeker van de aldaar krachtens rechterlijke beschikking (van de raadkamer van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage) van zijn vrijheid beroofde [gedetineerde] aan te melden en/of
- (vervolgens) tijdens het bezoeken van die [gedetineerde] zijn, verdachtes, verblijfsdocument aan die [gedetineerde] te geven en/of
- (vervolgens) zonder het personeel van die Penitentiaire Inrichting te waarschuwen, die [gedetineerde] naar de uitcheckbalie (voor bezoekers) te laten vertrekken en/of
- zich te begeven naar de cel van die [gedetineerde] en/of
- zich bij/in de cel van die [gedetineerde] bekend te maken als ware hij, verdachte, die [gedetineerde];
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 mei 2008 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk iemand, op openbaar gezag of krachtens rechterlijke uitspraak of beschikking van de vrijheid berooft, te bevrijden of bij zijn zelfbevrijding behulpzaam te zijn, met dat opzet
- zich naar de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, vestiging Scheveningen heeft begeven en/of
- zich als bezoeker van de aldaar krachtens rechterlijke beschikking (van de raadkamer van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage) van zijn vrijheid beroofde [gedetineerde] heeft aangemeld en/of
- (vervolgens) tijdens het bezoeken van die [gedetineerde] zijn, verdachtes, verblijfsdocument aan die [gedetineerde] heeft gegeven en/of
- zonder het personeel van die Penitentiair Inrichting te waarschuwen, die [gedetineerde] met drie andere bezoekers naar de uitcheckbalie (voor bezoekers) heeft laten vertrekken en/of
- (terwijl) hij, verdachte, zich begeven heeft naar de cel van die [gedetineerde] en/of
- zich aldaar bekend heeft gemaakt als ware hij, verdachte, die [gedetineerde], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het (thans) subsidiair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 23 mei 2008 te 's-Gravenhage opzettelijk iemand, krachtens rechterlijke beschikking van de vrijheid beroofd, bij zijn zelfbevrijding behulpzaam is geweest, door toen en aldaar:
- zich naar de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, vestiging Scheveningen, te begeven en
- (vervolgens) zich als bezoeker van de aldaar krachtens rechterlijke beschikking (van de raadkamer van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage) van zijn vrijheid beroofde [gedetineerde] aan te melden en
- (vervolgens) tijdens het bezoeken van die [gedetineerde] zijn, verdachtes, verblijfsdocument aan die [gedetineerde] te geven en
- (vervolgens) zonder het personeel van die Penitentiaire Inrichting te waarschuwen, die [gedetineerde] naar de uitcheckbalie (voor bezoekers) te laten vertrekken en
- zich te begeven naar de cel van die [gedetineerde] en
- zich in de cel van die [gedetineerde] bekend te maken als ware hij, verdachte, die [gedetineerde].
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het primair bewezenverklaarde: Opzettelijk iemand, krachtens rechterlijke beschikking van de vrijheid beroofd, bij zijn zelfbevrijding behulpzaam zijn.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 160 uren, subsidiair 80 dagen hechtenis.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte is op de bewezenverklaarde wijze een gedetineerde behulpzaam geweest bij diens zelfbevrijding. Een dergelijk feit leidt tot misleiding van justitiële organen en doet ernstig afbreuk aan een ongestoorde tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen. Het hof rekent de verdachte dit dan ook zwaar aan. De door de advocaat-generaal gevorderde strafsoort doet naar 's hofs oordeel onvoldoende recht aan de door het hof in aanmerking genomen omstandigheden.
Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 12 april 2010, is de verdachte vele malen veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 63 en 191 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde het hierboven vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. S.K. Welbedacht, mr. G.P.A. Aler en mr. S. van Dissel, in bijzijn van de griffier mr. M.J.J. van den Broek. Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 3 mei 2010.
Mr. S. van Dissel is buiten staat dit arrest te ondertekenen.