ECLI:NL:GHSGR:2010:BM7802
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.J.M. Kaptein
- G.J.W. van Oven
- M.F.L.M. van der Grinten
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens onvoldoende bewijs voor medeplegen van geweld
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 21 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht. De verdachte, geboren in Syrië in 1988, was beschuldigd van openlijk geweld tegen een slachtoffer in het toilet van een café in Dordrecht op 27 september 2008. De tenlastelegging omvatte zowel primair als subsidiair geweldpleging, waarbij de verdachte zou hebben samengewerkt met een medeverdachte. Tijdens de zitting heeft het hof vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging van medeplegen. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde, maar het hof oordeelde dat de samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen. Het hof wees op de ontoereikendheid van het bewijs en de verklaringen van het slachtoffer, die aangaf dat hij alleen was geduwd door de verdachte. Dit duwen werd door het hof niet als mishandeling gekwalificeerd, omdat het slachtoffer niet had verklaard pijn te hebben ervaren of letsel te hebben opgelopen. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en sprak de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken.