ECLI:NL:GHSGR:2010:BM4652
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- E.J. van Sandick
- H.A. Groen
- E.M. Hofkes
- Rechtspraak.nl
Ontruimingsvordering en proceskostencompensatie in hoger beroep na emigratie
In deze zaak gaat het om een ontruimingsvordering van Stichting Woonstad Rotterdam tegen een appellant die in augustus 2007 naar Australië is geëmigreerd. De appellant had een huurovereenkomst voor een woning aan de Nieuwe Crooswijkseweg 5 te Rotterdam, welke overeenkomst door de rechtbank was beëindigd per 1 augustus 2006. De appellant werd veroordeeld om de woning uiterlijk op 16 augustus 2006 te ontruimen. Tegen dit vonnis heeft de appellant op 23 augustus 2006 hoger beroep ingesteld, waarbij hij de vernietiging van het vonnis en afwijzing van de vorderingen van Woonstad heeft gevorderd, alsook veroordeling van Woonstad in de proceskosten van beide instanties.
Tijdens de procedure heeft het hof op 3 februari 2009 een tussenarrest gewezen, waarin het hof oordeelde dat niet vaststond dat de appellant de incidentele vordering tot schorsing van de executie had ingetrokken. De comparitie van partijen vond plaats op 6 april 2009, waarna de appellant en Woonstad hun memorie's hebben ingediend. Het hof heeft vervolgens de verdere beoordeling van het hoger beroep ter hand genomen.
Het hof overweegt dat de emigratie van de appellant de feitelijke betekenis van de procedure heeft aangetast, maar dat hij nog wel belang heeft bij de beoordeling van de proceskosten in eerste aanleg. Het hof concludeert dat de beslissing van de rechtbank om de proceskosten te compenseren in stand kan blijven, gezien de bijzondere omstandigheden van het geval, waaronder de herstructurering van de wijk Nieuw Crooswijk en de noodzaak voor Woonstad om de huur te beëindigen. Uiteindelijk verklaart het hof de appellant niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dit strekt tot vernietiging van het vonnis, maar verwerpt het beroep tegen de beslissing tot compensatie van de proceskosten in eerste aanleg.