ECLI:NL:GHSGR:2010:BM4145
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- H.A.J. Kroon
- Th. Groeneveld
- P.J.J. Vonk
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op winst uit kamerverhuur aan prostituees en navordering door de Belastingdienst
In deze zaak gaat het om de belastingheffing op de inkomsten uit kamerverhuur aan prostituees door belanghebbende, die sinds 1984 als eenmanszaak is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. De Inspecteur van de Belastingdienst heeft navorderingsaanslagen en vergrijpboetes opgelegd voor de jaren 2000 tot en met 2004, omdat hij van mening is dat de inkomsten uit de kamerverhuur als winst uit onderneming moeten worden belast. Belanghebbende betwist dit en stelt dat er geen sprake is van ondernemerschap, maar van normaal vermogensbeheer. De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard, maar belanghebbende is in hoger beroep gegaan.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft het Hof vastgesteld dat belanghebbende de panden voor rekening en risico van zichzelf heeft geëxploiteerd, en dat de Inspecteur terecht navorderingsaanslagen heeft opgelegd. Het Hof oordeelt dat de activiteiten van belanghebbende niet kunnen worden gekwalificeerd als normaal vermogensbeheer, maar als een onderneming. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden correct beoordeeld en de aanslagen zijn gebaseerd op redelijke schattingen van de inkomsten uit de kamerverhuur. Het Hof bevestigt de uitspraken van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van exploitanten van seksinrichtingen en de noodzaak voor een correcte belastingaangifte. Het Hof concludeert dat de Inspecteur niet bekend was met de werkelijke aard van de werkzaamheden van belanghebbende, waardoor navordering gerechtvaardigd is. De heffingsrente is ook correct vastgesteld, en er zijn geen termen voor een kostenveroordeling.