Rolnummer: 22-001741-09
Parketnummer: 11-500059-09
Datum uitspraak: 9 april 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht van 27 maart 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1980 te [geboorteplaats] (Algerije),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans uit anderen hoofde verblijvende in het detentiecentrum Alphen aan den Rijn te Alphen aan den Rijn.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek
op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 26 maart 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 04 februari 2009 te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning ([straatnaam]) heeft weggenomen
- een geldbedrag (ongeveer 800 euro) en/of
- een bankpas (ten name van [persoon 1]) en/of
- een of meerdere mededeling(en) pincode en/of
- een of meerdere (mobiele) telefoon(s) en/of
- een koffer en/of
- een of meerdere huishoudappara(a)t(en) en/of
- een of meer stuk(s) kleding en/of
- een of meerdere schoen(en) en/of
- een navigatiesysteem (merk: HP)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon 1] en/of [persoon 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Subsidiair: voorzover het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 04 februari 2009 te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas,, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een geldbedrag(ongeveer 800 euro) en/of
- een bankpas (ten name van [persoon 1]) en/of
- een of meerdere mededeling(en) pincode en/of
- een of meerdere (mobiele) telefoon(s) en/of
- een koffer en/of
- een of meerdere huishoudappara(a)t(en) en/of
- een of meer stuk(s) kleding en/of
- een of meerdere schoen(en) en/of
- een navigatiesysteem (merk: HP)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd geldbedrag en/of voornoemde goed(eren) wist(en) althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij op of omstreeks 04 februari 2009 te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas,, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een hoeveelheid sieraden en/of
- een (digitale) fotocamera (merk: Pentax)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die sieraden en/of die fotocamera wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op of omstreeks 04 februari 2009 te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas, in het bezit was van een reisdocument, te weten een Franse identiteitskaart (voorzien van het nummer [nummer], op naam gesteld van [naam]) , waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat die identiteitskaart een afwijkende reproductietechniek en/of afwijkend laminaat had en/of een afwijkende UV-reactie vertoonde;
4.
hij op of omstreeks 04 februari 2009 te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas,, in elk geval in Nederland, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000, in elk geval op grond van enig wettelijk voorschrift, tot ongewenst vreemdeling was verklaard.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 2 tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 primair, 3 en 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts is er een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep is ingevolge het bepaalde bij artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet gericht tegen de in eerste aanleg gegeven vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voorzover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Rechtmatigheid van het verkregen bewijs
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat de staandehouding en de daarop volgende aanhouding van de verdachte onrechtmatig hebben plaatsgevonden, hetgeen zou moeten leiden tot uitsluiting van het verkregen bewijs en tot vrijspraak van de verdachte. Hij heeft daartoe aangevoerd dat ten aanzien van de verdachte geen redelijk vermoeden van schuld aan inbraak bestond, zodat het uit de onrechtmatige aanhouding verkregen bewijs dient te worden uitgesloten.
Het hof overweegt hierover het navolgende.
Uit het proces-verbaal van bevindingen (nummer [nummer]) blijkt dat de verbalisanten op 4 februari 2009 een melding kregen om naar de [straatnaam] te 's-Gravendeel in de gemeente Binnenmaas te gaan. Aldaar zou een verdachte personenauto voorzien van een Belgisch kenteken met 1 inzittende geparkeerd staan. Tijdens het aanrijden heeft de verbalisant telefonisch contact gehad met de melder. De melder deelde de verbalisant mede dat er twee mannelijke personen terug richting de auto kwamen gelopen en die beiden een sporttas droegen. Voorts hoorde de verbalisant van de melder dat de auto direct hierna wegreed in de richting van de N217 gaande in de richting van s-Gravendeel. De verbalisant zag het betreffende voertuig kort hierna over de N217 uit de richting van 's Gravendeel rijden met daarin 3 mannen. Na staandehouding van het voertuig werden de inzittenden aangesproken door de verbalisant, waarbij zij allen een zenuwachtige indruk maakten. Met toestemming van de bestuurder werd in het voertuig gekeken waarbij in tassen meerdere goederen werden aangetroffen waaronder een schroevendraaier, een koevoet, grote hoeveelheden onverpakt los geld en handschoenen.
Voorts blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen dat in de directe omgeving van de [straatnaam] te 's-Gravendeel de laatste maanden woninginbraken waren gepleegd. Vanuit het regionale woninginbrakenteam van de regiopolitie Zuid Holland Zuid was aandacht gevraagd voor groeperingen die dorpen direct gelegen langs de snelwegen inrijden om inbraken te plegen.
Naar het oordeel van het hof leveren deze omstandigheden - in onderling verband en samenhang bezien - een voldoende redelijk vermoeden van schuld op als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering. Voor zover de staandehouding derhalve niet al zou moeten worden geacht rechtmatig te zijn geweest, is het hof van oordeel dat de inbreuk gelet op de aard van het toegepaste dwangmiddel niet zodanig ernstig is dat de vervolgens met toestemming van de bestuurder bij onderzoek in het voertuig aangetroffen voorwerpen van het bewijs zouden moeten worden uitgesloten.
Het verweer wordt daarom verworpen.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 04 februari 2009 te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning ([straatnaam]) heeft weggenomen
- een geldbedrag (ongeveer 800 euro) en
- een bankpas (ten name van [persoon 1]) en
- mededelingen pincode en
- mobiele telefoons en
- een koffer en
- huishoudapparaten en
- kleding en
- schoenen en
- een navigatiesysteem (merk: HP)
toebehorende aan [persoon 1] en/of [persoon 2], waarbij verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
3.
hij op 04 februari 2009 te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas, in het bezit was van een reisdocument, te weten een Franse identiteitskaart (voorzien van het nummer [nummer], op naam gesteld van [naam]), waarvan hij wist dat het reisdocument vals was, bestaande de valsheid hieruit dat die identiteitskaart een afwijkende reproductietechniek en afwijkend laminaat had en een afwijkende UV-reactie vertoonde;
4.
hij op 04 februari 2009 te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000 tot ongewenst vreemdeling was verklaard.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 primair bewezenverklaarde:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet dat het vals of vervalst is.
Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
als vreemdeling in Nederland verblijven, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden, dat hij op grond van een wettelijk voorschrift tot ongewenst vreemdeling is verklaard.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 primair, 3 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich samen met een of meer anderen op de bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan een woninginbraak. De verdachte en zijn mededader(s) hebben zich daarbij kennelijk uitsluitend laten leiden door hun eigen financieel gewin en aldus handelende blijk gegeven van een miskenning van het eigendomsrecht van anderen. Woninginbraken zijn bijzonder ergerlijke feiten die doorgaans (aanzienlijke) materiële en financiële schade veroorzaken bij de benadeelden. Dergelijke feiten kunnen daarnaast ook gevoelens van onbehagen en onveiligheid in de samenleving teweegbrengen. Voorts is de verdachte in het bezit geweest van een vals reisdocument. Valse of vervalste reisdocumenten maken een deugdelijke identiteitscontrole onmogelijk en leiden tevens tot schending van het vertrouwen dat moet kunnen worden gesteld in dergelijke van overheidswege verstrekte documenten. Tot slot heeft de verdachte, hoewel hij wist dat hij tot ongewenst vreemdeling was verklaard, als vreemdeling in Nederland verbleven. Aldus heeft de verdachte de handhaving van het op basis van de Vreemdelingenwet gevoerde beleid gefrustreerd en een beschikking, gegeven door het openbaar gezag ter handhaving van de openbare orde, genegeerd.
Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 12 maart 2010 is de verdachte reeds eerder veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten, waaronder feiten als onder 1 bewezenverklaard. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding [persoon 1]
In het onderhavige strafproces heeft [persoon 1] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 1 primair tenlastegelegde, tot een bedrag van € 1.500,--.
Blijkens het voegingsformulier hoger beroep vordert de benadeelde partij schadevergoeding ten bedrage van
€ 15.000,--. Ingevolge artikel 412 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering kan de benadeelde partij zich in hoger beroep slechts voegen binnen de grenzen van zijn eerste vordering, zodat deze, voor zover het de vermeerdering van de vordering met € 13.500,-- betreft, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
In hoger beroep is deze vordering dan ook aan de orde tot een bedrag van € 1.500,--.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof is de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard dat zij zich leent voor behandeling in het onderhavige strafproces. Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 197, 231, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 3 en 4 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart de benadeelde partij [persoon 1] niet-ontvankelijk in de vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij de vordering dan ook slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de benadeelde partij [persoon 1] in de kosten die de verdachte in verband met de verdediging tegen die vordering heeft gemaakt, welke kosten tot aan deze uitspraak vooralsnog zijn begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. L.A.J.M. van Dijk,
mr. Chr.A. Baardman en mr. T.J.P. van Os van den Abeelen, in bijzijn van de griffier mr. S.S. Mangal.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 9 april 2010.
Mr. L.A.J.M. van Dijk is buiten staat dit arrest te ondertekenen.