Rolnummer: 22-003540-09
Parketnummer: 09-753351-08
Datum uitspraak: 31 maart 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 12 juni 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1961 te [geboorteplaats],
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 17 maart 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
zij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 17 maart 2005 te Rijpwetering, gemeente Alkemade, opzettelijk een of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] vennootschap onder firma, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als medewerkster en/of echtgenote van een vennoot van die VOF, belast met de verrichting van betalingen voor die VOF, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
zij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 1997 tot en met 17 maart 2005 te Rijpwetering, gemeente Alkemade, in elk geval in Nederland (telkens) een bedrijfsadministratie, althans een financiele administratie/boekhouding van [benadeelde partij], en/of een of meer factu(u)r(en) en/of bankafschrift(en), - (elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte toen en daar (telkens) valselijk
- facturen op naam van [bedrijfsnaam 1] en/of [bedrijfsnaam 2] en/of [bedrijfsnaam 3] opgemaakt en/of
- meerdere bankafschrift(en) heeft samengevoegd tot één bankafschrift en/of daar kopieen van gemaakt, welke kopieen aan de vennoten zijn verstrekt en/of in die bedrijfsadministratie, althans financiele administratie/boekhouding zijn gevoegd en/of
- privéopnamen van geldbedrag(en) en/of privébetalingen in die bedrijfsadministratie, althans die financiele administratie/boekhouding, weggeschreven als zijnde gemaakte bedrijfskosten in het kader van "aanschaf klein materiaal" en/of "overige kantoorkosten" en/of "werkkleding" en/of "kasstortingen" en/of "verteringen" en/of "kantoorbenodigheden" en/of "assuranties" en/of "klein inventaris" en/of "autokosten" en/of "onderhoud inventaris" en/of "werk verricht derden" en/of "reclame en advertenties" en/of "telefoonkosten" en/of
- privéopnamen van geldbedrag(en) en/of privébetalingen in die bedrijfsadministratie, althans die financiele administratie/boekhouding, weggeschreven als zijnde uitbetalingen van geldbedrag(en) aan de vennoten van die VOF en/of opname(n) van geldbedrag(en) door de vennoten van die VOF, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 1997 tot en met 17 maart 2005 te Rijpwetering, gemeente Alkemade, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) geschrift(en), te weten een bedrijfsadministratie, althans een financiële administratie/ boekhouding van [benadeelde partij] en/of een of meer factu(u)r(en) en/of bankafschrift(en), als ware het/deze echt en onvervalst en/of (elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande dat gebruikmaken hierin dat
- die vervalste/valse facturen en/of bankafschriften aan die bedrijfsadministratie zijn toegevoegd en/of aan een of meer venno(o)t(en) van die VOF zijn verstrekt en/of
- die bedrijfsadministratie, althans een financiële administratie/boekhouding en/of die factu(u)r(en) en/of bankafschrift(en) aan een administratiekantoor is/zijn aangeboden ten behoeve van het verrichten van dienstverleningshandelen, waaronder het opmaken van de jaarrekening van die VOF,
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
- nepfacturen op naam van [bedrijfsnaam 1] en/of [bedrijfsnaam 2] en/of [bedrijfsnaam 3] zijn opgemaakt en/of
- meerdere bankafschrift(en) zijn samengevoegd tot één bankafschrift en/of zijn daar kopieën van gemaakt,
- privéopnamen van geldbedrag(en) en/of privébetalingen in die bedrijfsadministratie, althans die financiële administratie/boekhouding, zijn weggeschreven als zijnde gemaakte bedrijfskosten in het kader van "aanschaf klein materiaal" en/of "overige kantoorkosten" en/of "werkkleding" en/of "kasstortingen" en/of "verteringen" en/of "kantoorbenodigheden" en/of "assuranties" en/of "klein inventaris" en/of "autokosten" en/of "onderhoud inventaris" en/of "werk verricht derden" en/of "reclame en advertenties" en/of "telefoonkosten" en/of
- privéopnamen van geldbedrag(en) en/of privébetalingen in die bedrijfsadministratie, althans die financiele administratie/boekhouding, zijn weggeschreven als zijnde uitbetalingen van geldbedrag(en) aan de vennoten van die VOF en/of opname(n) van geldbedrag(en) door de vennoten van die VOF.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest, alsmede een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Voorts is er een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2003 tot en met 17 maart 2005 te Rijpwetering, gemeente Alkemade, opzettelijk geldbedragen toebehorende aan [benadeelde partij], welke goederen verdachte anders dan door misdrijf, te weten als echtgenote van een vennoot van die VOF, belast met de verrichting van betalingen voor die VOF, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
zij op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 1997 tot en met 17 maart 2005 te Rijpwetering, gemeente Alkemade een bedrijfsadministratie van [benadeelde partij] - zijnde een samenstel van geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte toen en daar telkens valselijk
- facturen op naam van [bedrijfsnaam 1] en [bedrijfsnaam 2] en [bedrijfsnaam 3] opgemaakt en
- meerdere bankafschriften samengevoegd tot één bankafschrift en daar kopieën van gemaakt, welke kopieën aan de vennoten zijn verstrekt en/of in die bedrijfsadministratie zijn gevoegd en
- privé-opnamen van geldbedragen en privé-betalingen in die bedrijfsadministratie weggeschreven als zijnde gemaakte bedrijfskosten in het kader van "aanschaf klein materiaal" en/of "overige kantoorkosten" en/of "werkkleding" en/of "kasstortingen" en/of "verteringen" en/of "kantoorbenodigdheden" en/of "assuranties" en/of "klein inventaris" en/of "autokosten" en/of "onderhoud inventaris" en/of "werk verricht derden" en/of "reclame en advertenties" en/of "telefoonkosten" en/of
- privé-opnamen van geldbedragen en privé-betalingen in die bedrijfsadministratie weggeschreven als zijnde uitbetalingen van geldbedragen aan de vennoten van die VOF en/of opnamen van geldbedragen door de vennoten van die VOF, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
verduistering, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 2 primair bewezenverklaarde:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd met uitzondering van de beslissing genomen ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij.
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft tijdens haar werkzaamheden bij [benadeelde partij], waar zij verantwoordelijk was voor de bedrijfsadministratie, in totaal een aanzienlijk geldbedrag verduisterd. Door haar handelwijze heeft de verdachte het vertrouwen dat de betrokkenen in haar hadden gesteld, dat nog werd versterkt door haar positie als echtgenote van één van de drie vennoten, ernstig geschonden en de vennootschap onder firma financieel benadeeld. Voorts heeft de verdachte zich geruime tijd schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift door in de bedrijfsadministratie van [benadeelde partij] documenten op te nemen die door haar valselijk waren opgemaakt. Zij heeft tevens vervalste stukken aan de medevennoten van haar echtgenoot verstrekt. Aldus handelend heeft de verdachte het vertrouwen geschonden dat in het maatschappelijk verkeer gesteld moet kunnen worden in documenten met bewijsbestemming als de onderhavige.
Het hof houdt rekening met de omstandigheid dat de verdachte blijkens een haar betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 4 maart 2010 niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te melden duur in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormen.
Vordering tot schadevergoeding
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 1 en 2 primair tenlastegelegde, tot een bedrag van € 24.718,46.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot een bedrag van € 24.718,--.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof is de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard dat zij zich leent voor behandeling in het onderhavige strafproces. Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 225 en 321 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig)
uren, te vervangen door hechtenis voor de tijd van 120 (honderdtwintig) dagen voor het geval die taakstraf niet naar behoren wordt verricht.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
4 (vier) maanden.
Beveelt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit arrest is gewezen door mr. J. Borgesius, mr. C.G.M. van Rijnberk en mr. M.A. van der Ham, in bijzijn van de griffier mr. S.S. Mangal.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 31 maart 2010.