ECLI:NL:GHSGR:2010:BM3222
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep kort geding
- A. Dupain
- M.A.F. Tan-de Sonnaville
- J.C.N.B. Kaal
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige publiciteit en opsporingsberichtgeving betreffende leden van een kerkgenootschap
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, hebben appellanten, bestaande uit een individu en het kerkgenootschap De Orde der Transformanten, een hoger beroep ingesteld tegen de Staat der Nederlanden en de Algemene Omroepvereniging AVRO. De zaak betreft een uitzending van het televisieprogramma 'Opsporing Verzocht', waarin leden van de Orde in verband werden gebracht met een aanslag op een persoon. De appellanten vorderden rectificatie van de uitzending, staking van de online beschikbaarheid van de informatie en een voorschot op schadevergoeding van € 50.000,--. De voorzieningenrechter had deze vorderingen afgewezen, met de overweging dat het Openbaar Ministerie (OM) een ruime beleidsvrijheid heeft bij het inzetten van opsporingsmiddelen en dat de uitzending niet onrechtmatig was, aangezien de naam van de individuele appellant niet was genoemd en er voldoende aanwijzingen waren die leden van de Orde in verband brachten met de aanslag.
In hoger beroep hebben de appellanten grieven ingediend tegen de afwijzing van hun vorderingen. Het hof heeft de overwegingen van de voorzieningenrechter bevestigd en geoordeeld dat de appellanten niet hebben aangetoond dat de uitzending onrechtmatig was. Het hof benadrukte dat het OM een zwaarwegend opsporingsbelang had en dat de appellanten onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun claims van onrechtmatige publiciteit. De vorderingen van de appellanten zijn derhalve afgewezen, en het hof heeft de kosten van het geding in hoger beroep aan de zijde van de Staat toegewezen.
De uitspraak van het hof bevestigt de noodzaak van een zorgvuldige afweging tussen het recht op privacy en de belangen van de opsporing, waarbij het hof oordeelde dat de belangen van de Staat in dit geval zwaarder wogen dan die van de appellanten. De beslissing van de voorzieningenrechter werd bekrachtigd, en de appellanten werden in de proceskosten veroordeeld.