ECLI:NL:GHSGR:2010:BL6578

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
16 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
BK-09-00324
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake aanslag waterschapsbelasting door belanghebbende tegen waterschap Hollandse Delta

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een aanslag in de waterschapsbelastingen voor het jaar 2008, opgelegd aan de belanghebbende door het waterschap Hollandse Delta. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de heffingsambtenaar heeft het bezwaar afgewezen. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank, die het beroep ongegrond heeft verklaard. De belanghebbende is vervolgens in hoger beroep gegaan bij het Gerechtshof 's-Gravenhage.

Tijdens de mondelinge behandeling op 5 januari 2010 heeft de belanghebbende zijn standpunten herhaald, maar geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat de aanslag onterecht of te hoog is. Het Gerechtshof heeft vastgesteld dat de aanslag correct is opgelegd en dat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat deze onjuist is. De rechtbank heeft de uitspraak bevestigd, en het Hof heeft geen termen gezien om de proceskosten te veroordelen.

De uitspraak van het Gerechtshof is op 16 februari 2010 openbaar gemaakt. De belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak bevat ook instructies voor het indienen van een cassatieberoep, inclusief de vereisten voor het beroepschrift.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE
Sector belasting
Nummer BK-09/00324
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer d.d. 16 februari 2010
op het hoger beroep van [belanghebbende] te [Z] tegen de uitspraak van de rechtbank Dordrecht van 24 april 2009, nr. AWB 08/1091, betreffende na te noemen aanslag.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een aanslag in de waterschapsbelastingen opgelegd.
1.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar van het waterschap Hollandse Delta (hierna: de Inspecteur) belanghebbendes bezwaar tegen de aanslag afgewezen.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Loop van het geding
2.1. Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. In verband daarmee is door de griffier een griffierecht geheven van € 110. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
2.2. Belanghebbende heeft vervolgens een conclusie van repliek ingediend, waarop de Inspecteur heeft gereageerd met een conclusie van dupliek.
2.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Gerechtshof van 5 januari 2010, gehouden te Den Haag. Aldaar zijn belanghebbende en de Inspecteur verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
Verordening
3. Het algemeen bestuur van het waterschap Hollandse Delta heeft, gelet op de artikelen 110 en 113, eerste lid, van de Waterschapswet, de Omslagverordening van het waterschap Hollandse Delta 2005 vastgesteld. De Omslagverordening is laatstelijk gewijzigd bij besluit van de verenigde vergadering van het waterschap van 31 januari 2008. Blijkens de inhoud van de gedingstukken zijn de Omslagverordening en de wijzigingsbesluiten op de wettelijk voorgeschreven wijze bekendgemaakt.
Vaststaande feiten
Op grond van de stukken van het geding is, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een van hen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, in hoger beroep het volgende komen vast te staan:
4.1. Belanghebbende bewoonde op 1 januari 2008 een binnen de bebouwde kom gelegen woning gelegen aan de [a-straat 1] te [Z].
4.2. Belanghebbende is ingezetene van het taakgebied van het waterschap Hollandse Delta, waaraan binnen dat gebied de zorg voor de waterkering, waterkwantiteit en wegen is opgedragen.
Omschrijving geschil en conclusies van partijen
5.1. Tussen partijen is in geschil of de onderhavige aanslag terecht en tot een juist bedrag is opgelegd, welke vraag door belanghebbende ontkennend en door de Inspecteur bevestigend wordt beantwoord.
5.2. Voor de standpunten van partijen en de gronden waarop zij deze doen steunen verwijst het Hof naar de gedingstukken.
Overwegingen omtrent het geschil
6. In hoger beroep herhaalt belanghebbende zijn voor de rechtbank ingenomen standpunten. Belanghebbende heeft in hoger beroep geen feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan de conclusie kan worden getrokken dat de aanslag ten onrechte of tot een te hoog bedrag is opgelegd. Ook overigens is daarvan niet gebleken. Het hoger beroep is ongegrond.
Proceskosten
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
Beslissing
Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Deze uitspraak is vastgesteld door mrs. P.J.J. Vonk, J.W. baron van Knobelsdorff en H.A.J. Kroon, in tegenwoordigheid van de griffier mr. L. van den Bogerd. De beslissing is op 16 februari 2010 in het openbaar uitgesproken.
aangetekend aan
partijen verzonden:
Zowel de belanghebbende als het daartoe bevoegde bestuursorgaan kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.
2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
- de gronden van het beroep in cassatie.
Het beroepschrift moet worden gezonden aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag.
De partij die beroep in cassatie instelt is griffierecht verschuldigd en zal daarover bericht ontvangen van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan worden verzocht de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.