ECLI:NL:GHSGR:2010:BL0774

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
26 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-000281-10
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met pleegzusjes door verdachte gedurende lange periode

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 26 januari 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met zijn pleegzusjes gedurende een lange periode. De verdachte, geboren in 1985, heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere feiten van seksuele aard, gepleegd tussen 2002 en 2008, waarbij hij gebruik maakte van geweld en psychisch overwicht. De feiten zijn gepleegd in de gemeente Terneuzen, waar de verdachte de slachtoffers, die op dat moment minderjarig waren, heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen. De rechtbank had eerder de feiten gesplitst in die gepleegd tijdens de meerderjarigheid van de verdachte en die gepleegd tijdens zijn minderjarigheid. De verdachte is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, en daarnaast is er een beslissing genomen over vorderingen van benadeelde partijen. In hoger beroep heeft het hof de gesplitste zaken onder één rolnummer behandeld, maar opnieuw gesplitst. Het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de feiten die tijdens de minderjarigheid van de verdachte zijn gepleegd, en heeft de verdachte daarvan vrijgesproken. Voor de feiten gepleegd tijdens zijn meerderjarigheid is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarde van reclasseringscontact. Het hof heeft ook overwogen dat de verdachte geen eerdere veroordelingen had en dat de feiten ernstige psychische gevolgen hebben voor de slachtoffers, die in een kwetsbare positie verkeerden binnen het pleeggezin. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000281-10
Parketnummer: 12-715187-08
Datum uitspraak: 26 januari 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Middelburg van 6 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
adres: [adres] te [woonplaats],
thans verblijvende in PI Zuid West - HvB De Torentijd te Middelburg.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 3 juli 2009 en 12 januari 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 01 december 2005 tot en met 01 april 2008, te Westdorpe en/of te Spui, in de gemeente Terneuzen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [volledige naam aangeefster 1] (geboren op [geboortedatum aangeefster 1] 1991) (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 1], hebbende verdachte (telkens) zijn penis en/of zijn vinger(s) in de vagina en/of in de anus van die [aangeefster 1] gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- die [aangeefster 1] (telkens) onverhoeds heeft vastgepakt, en/of
- die [aangeefster 1] (telkens) heeft vastgehouden (zodat die [aangeefster 1] niet weg kon komen), en/of
- de broek van die [aangeefster 1] (telkens) naar beneden heeft gedaan, en/of
- die [aangeefster 1](telkens) op de grond heeft geduwd en/of op die [aangeefster 1] is gaan liggen en/of (aldus telkens) gebruik gemaakt heeft van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend (psychisch en/of fysiek) overwicht van hem, verdachte op die [aangeefster 1] en/of (aldus) voor die [aangeefster 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2.
hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 01 januari 2004 tot en met 27 december 2005 te Westdorpe, in de gemeente Terneuzen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [volledige naam aangeefster 1](geboren op [geboortedatum aangeefster 1] 1991) (telkens) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het (telkens) (over en onder de kleding) betasten van de borsten en/of de vagina van die [aangeefster 1] en/of het plaatsen van een hand van die [aangeefster 1] op zijn, verdachtes penis en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het (telkens) onverhoeds vastpakken van die [aangeefster 1] en/of het blijven vasthouden van die [aangeefster 1] (terwijl die [aangeefster 1] hem, verdachte wegduwde) en/of het (aldus) gebruik maken van zijn, verdachtes fysieke en/of psychische overwicht op die [aangeefster 1];
3.
hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 14 februari 2003 tot en met 31 december 2004, te Westdorpe, in de gemeente Terneuzen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [volledig naam aangeefster 2] (geboren op [geboortedatum aangeefster 2] 1994) (meermalen) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 2], hebbende verdachte (telkens) zijn vinger(s) (over de kleding heen (zijnde een dunne pyama) en/of onder de kleding door) in de vagina van die [aangeefster 2] gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- die [aangeefster 2] (telkens) onverhoeds heeft vastgepakt, en/of
- die [aangeefster 2](telkens) heeft vastgehouden (zodat die [aangeefster 2] niet weg kon komen en/of die [aangeefster 2] probeerde hem,verdachte weg te duwen), en/of
- die [aangeefster 2] heeft tegengehouden en/of een kussen op het hoofd van die [aangeefster 2] heeft geplaatst en/of (aldus telkens) gebruik gemaakt heeft van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend (psychisch en/of fysiek) overwicht van hem, verdachte op die [aangeefster 2] en/of (aldus) voor die [aangeefster 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
4.
hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 14 februari 2003 tot en met 31 december 2004 te Westdorpe, in de gemeente Terneuzen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [volledige naam aangeefster 2](geboren op [geboortedatum aangeefster 2] 1994) (telkens) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het (telkens) (over en onder de kleding) betasten van de vagina en/of billen van die [aangeefster 2] en/of het (telkens) maken van zgn. rijdende bewegingen tegen de billen, althans tegen het lichaam van die [aangeefster 2] (o.a doordat hij, verdachte die [aangeefster 2] op schoot nam) en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het (telkens) onverhoeds vastpakken van die [aangeefster 2] en/of het blijven vasthouden van die [aangeefster 2] (terwijl die [aangeefster 2] hem, verdachte wegduwde) en/of het tegenhouden van die [aangeefster 2] en/of het plaatsen van een kussen op het hoofd van die [aangeefster 2] en/of het (aldus) gebruik maken van zijn, verdachtes fysieke en/of psychische overwicht op die [aangeefster 2];
5.
hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 14 februari 2003 tot en met 31 december 2004 te Westdorpe, in de gemeente Terneuzen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [volledige naam aangeefster 3] (geboren op [geboortedatum aangeefster 3] 1988) (telkens) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het (telkens) (over de kleding heen) betasten van de vagina en/of billen van die [aangeefster 3] en/of het maken van zgn. rijdende bewegingen tegen het lichaam van die [aangeefster 3] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het (telkens) onverhoeds vastpakken van die [aangeefster 3] en/of het blijven vasthouden van die [aangeefster 3] (terwijl die [aangeefster 3] hem, verdachte wegduwde) en/of het tegenhouden van die [aangeefster 3] en/of het (aldus) gebruik maken van zijn, verdachtes fysieke en/of psychische overwicht op die [aangeefster 3];
6.
hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 01 september 2005 tot en met 31 december 2007, in elk geval in of omstreeks de periode van 01 juni 2006 tot en met 31 december 2007 te Westdorpe, in de gemeente Terneuzen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [volledige naam aangeefster 4] (geboren op [geboortedatum aangeefster 4] 1991) (telkens) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het (telkens) (over en onder de kleding) betasten van de vagina en/of billen van die [aangeefster 4] en/of het (meermalen) (over de kleding heen) duwen van zijn, verdachtes, penis tegen de billen van die [aangeefster 4] en/of het (daarbij telkens) maken van zgn. rijdende bewegingen tegen de billen, althans tegen het lichaam van die [aangeefster 4] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het (telkens)onverhoeds vastpakken van die [aangeefster 4] en/of het duwen tegen het lichaam van die [aangeefster 4] (waardoor die [aangeefster 4] op de grond viel/terecht kwam) en/of het blijven vasthouden van die [aangeefster 4] (terwijl die [aangeefster 4] hem, verdachte wegduwde) en/of het tegenhouden van die [aangeefster 4] en/of het (aldus) gebruik maken van zijn, verdachtes fysieke en/of psychische overwicht op die [aangeefster 4];
7.
hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 01 februari 2002 tot en met 13 februari 2003, te Westdorpe, in de gemeente Terneuzen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [volledige naam aangeefster 2](geboren op [geboortedatum aangeefster 2] 1994) (meermalen) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 2], hebbende verdachte (telkens) zijn vinger(s) (over de kleding heen (zijnde een dunne pyama) en/of onder de kleding door) in de vagina van die [aangeefster 2] gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- die [aangeefster 2] (telkens) onverhoeds heeft vastgepakt, en/of
- die [aangeefster 2] (telkens) heeft vastgehouden (zodat die [aangeefster 2] niet weg kon komen en/of die [aangeefster 2] probeerde hem,verdachte weg te duwen), en/of
- die [aangeefster 2] heeft tegengehouden en/of een kussen op het hoofd van die [aangeefster 2] heeft geplaatst en/of (aldus telkens) gebruik gemaakt heeft van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend (psychisch en/of fysiek) overwicht van hem, verdachte op die [aangeefster 2] en/of (aldus) voor die [aangeefster 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
8.
hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 01 januari 2002 tot en met 13 februari 2003 te Westdorpe, in de gemeente Terneuzen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [volledige naam aangeefster 2] (geboren op [geboortedatum aangeefster 2] 1994) (telkens) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het (telkens) (over en onder de kleding) betasten van de vagina en/of billen van die [aangeefster 2] en/of het (telkens) maken van zgn. rijdende bewegingen tegen de billen, althans tegen het lichaam van die [aangeefster 2] (o.a doordat hij, verdachte die [aangeefster 2] op schoot nam) en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het (telkens) onverhoeds vastpakken van die [aangeefster 2] en/of het blijven vasthouden van die [aangeefster 2] (terwijl die [aangeefster 2] hem, verdachte wegduwde) en/of het tegenhouden van die [aangeefster 2] en/of het plaatsen van een kussen op het hoofd van die [aangeefster 2] en/of het (aldus) gebruik maken van zijn, verdachtes fysieke en/of psychische overwicht op die [aangeefster 2];
9.
hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 01 januari 2000 tot en met 13 februari 2003 te Westdorpe, in de gemeente Terneuzen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [volledige naam aangeefster 3] (geboren op [geboortedatum aangeefster 3] 1988) (telkens) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het (telkens) (over de kleding heen) betasten van de vagina en/of billen van die [aangeefster 3] en/of het maken van zgn. rijdende bewegingen tegen het lichaam van die [aangeefster 3] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het (telkens) onverhoeds vastpakken van die [aangeefster 3] en/of het blijven vasthouden van die [aangeefster 3] (terwijl die [aangeefster 3] hem, verdachte wegduwde) en/of het tegenhouden van die [aangeefster 3] en/of het (aldus) gebruik maken van zijn, verdachtes fysieke en/of psychische overwicht op die [aangeefster 3].
Procesgang
In eerste aanleg heeft de rechtbank de splitsing van het aan de verdachte tenlastegelegde bevolen, in dier voege dat de rechtbank de door de officier van justitie aan de verdachte tenlastegelegde feiten heeft gesplitst in de feiten ten tijde waarvan de verdachte meerderjarig was, te weten de onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde feiten, en de feiten ten tijde waarvan de verdachte minderjarig was, te weten de onder 7, 8 en 9 tenlastegelegde feiten.
De verdachte is ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met de bijzondere voorwaarde van reclasseringscontact, ook als dat inhoudt het volgen van een behandeling bij het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Eclips te Gent of een soortgelijke instelling in Nederland. Tevens is er een beslissing genomen omtrent een tweetal vorderingen van benadeelde partijen als nader in het vonnis waarvan beroep omschreven.
Ter zake van het onder 7, 8 en 9 tenlastegelegde is verdachte met inachtneming van artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
In hoger beroep zijn de gesplitste zaken onder één rolnummer aangebracht en gelijktijdig behandeld. Het hof beveelt echter opnieuw splitsing van de aan de verdachte tenlastegelegde feiten.
Er zijn derhalve twee arresten gewezen.
In de onderhavige zaak, zijn aan de orde de feiten ten tijde waarvan de verdachte minderjarig was, te weten de onder 7, 8 en 9 tenlastegelegde feiten.
Ten aanzien van de feiten waarbij de verdachte de leeftijd van achttien jaren al wel had bereikt, te weten de onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde feiten, heeft dit hof op 26 januari 2010 onder rolnummer 22-004338-08 arrest gewezen.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Ter terechtzitting in hoger beroep is door de raadsvrouw van de verdachte betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 7 tenlastegelegde. Daartoe heeft zij aangevoerd dat, gelet op de ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 12 januari 2010 genomen beslissing van het hof tot afwijzing van het door de verdediging gedane verzoek tot het horen van aangeefster [volledige naam aangeefster 2], de verdediging geen gebruik heeft kunnen maken van het ondervragingsrecht ten opzichte van aangeefster. Volgens de raadsvrouw kan - gelet op het voorgaande - de door de verdediging betwiste verklaring van aangeefster afgelegd bij de politie niet meewerken tot het bewijs.
Het hof overweegt als volgt.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft het hof besloten het verzoek van de verdediging tot het horen van aangeefster [volledige naam aangeefster 2] als getuige af te wijzen in het belang van haar gezondheid. Dit belang weegt naar het oordeel van het hof zwaarder dan het belang dat de verdachte heeft bij het opnieuw horen van aangeefster. Voorts is tot spijt en verwondering van het hof gebleken dat de geluidsopnamen van het met de aangeefster gevoerde intakegesprek en het verhoor inzake haar aangifte in het ongerede zijn geraakt, zodat aan de verdediging geen compensatie kan worden geboden door middel van het laten uitvoeren van een betrouwbaarheidsonderzoek.
Nu de verdediging gelet op het bovenstaande niet in de mogelijkheid is geweest om haar ondervragingsrecht uit te oefenen, kan naar het oordeel van het hof de verklaring van aangeefster zoals bij de politie afgelegd niet voor het bewijs worden gebruikt, voor zover het de door de verdachte betwiste onderdelen betreft.
Gelet op het bovenstaande is er naar het oordeel van het hof onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor het onder 7 tenlastegelegde, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 8 en 9 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
8.
hij in of omstreeks de periode van 01 april 2002 tot en met 13 februari 2003 te Westdorpe, in de gemeente Terneuzen, door feitelijkheden [volledige naam aangeefster 2] (geboren op [geboortedatum aangeefster 2] 1994) telkens heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het telkens (over de kleding) betasten van de vagina van die [aangeefster 2] en het telkens maken van zgn. rijdende bewegingen tegen de billen, althans tegen het lichaam van die [aangeefster 2] (o.a doordat hij, verdachte die [aangeefster 2] op schoot nam) en bestaande die feitelijkheden uit het telkens onverhoeds vastpakken van die [aangeefster 2] en het blijven vasthouden van die [aangeefster 2] (terwijl die [aangeefster 2] hem, verdachte wegduwde) en het tegenhouden van die [aangeefster 2] en het aldus gebruik maken van zijn, verdachtes fysieke en/of psychische overwicht op die [aangeefster 2];
9.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2000 tot en met 13 februari 2003 te Westdorpe, in de gemeente Terneuzen, door feitelijkheden [volledige naam aangeefster 3] (geboren op [geboortedatum aangeefster 3] 1988) telkens heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit het telkens (over de kleding heen) betasten van de vagina en billen van die [aangeefster 3] en het maken van zgn. rijdende bewegingen tegen het lichaam van die [aangeefster 3] en bestaande die feitelijkheden uit het telkens onverhoeds vastpakken van die [aangeefster 3] en het blijven vasthouden van die [aangeefster 3] (terwijl die [aangeefster 3] hem, verdachte wegduwde) en het tegenhouden van die [aangeefster 3] en het aldus gebruik maken van zijn, verdachtes fysieke en/of psychische overwicht op die [aangeefster 3].
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 8 en 9 bewezenverklaarde:
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte terzake van het onder 7, 8 en 9 tenlastegelegde zal worden veroordeeld met toepassing van artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht en behandeling.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met een tweetal pleegzusjes gedurende een lange periode. Met betrekking tot de door verdachte gepleegde zedendelicten kan als feit van algemene bekendheid worden aangenomen, dat slachtoffers van dit soort delicten vaak nog lang ernstige psychische gevolgen ondervinden van hetgeen hen is overkomen.
Dit klemt des te meer nu het misbruik plaatsvond binnen het pleeggezin, waarin de toch al psychisch kwetsbare slachtoffers juist geplaatst waren ter bevordering hun welzijn.
Ten voordele van de verdachte wordt meegewogen dat hij, blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 29 december 2009, niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Ten aanzien van de omstandigheid dat de feiten door de verdachte als minderjarige in de leeftijd tussen 16 jaar en 18 jaar is gepleegd, overweegt het hof het navolgende. In de ernst van de gepleegde feiten en de persoonlijkheid van de verdachte, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep naar voren is gekomen, heeft het hof grond gevonden om de artikelen 77a tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht buiten toepassing te laten en recht te doen overeenkomstig de bepalingen van het strafrecht voor volwassenen. Hierbij overweegt het hof dat de verdachte gedurende meerdere jaren misbruik heeft gemaakt van de slachtoffers en dat de verdachte inmiddels meerderjarig is en zelfstandig woont en tevens ingevolge het gelijktijdig met het onderhavige arrest gewezen arrest met het rolnummer 22-004338-08 aan de verdachte een gevangenisstraf is opgelegd.
Ter terechtzitting in hoger beroep is door de raadsvrouw van de verdachte betoogd dat er sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn in de zin van artikel 6 van het EVRM.
Het hof stelt vast dat de zaak na het instellen van appel op 15 augustus 2008 binnen is gekomen ter griffie van het hof op 17 maart 2009. Doorzending heeft derhalve binnen acht maanden plaatsgevonden. Vervolgens is de zaak voor het eerst op zitting aangebracht bij het hof op 3 juli 2009 en destijds voor een zijdens de verdediging gedaan verzoek om nadere onderzoekshandelingen is aangehouden tot een nadere terechtzitting.
Gelet op het bovenstaande is het hof van oordeel dat er geen sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van navermelde duur een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding [voorletter en achternaam aangeefster 2]
In het onderhavige strafproces heeft [voorletter en achternaam aangeefster 2] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 7 tenlastegelegde.
Op deze vordering is een beslissing genomen in het arrest met rolnummer 22-004338-08, bevattende de aan de verdachte tenlastegelegde feiten gepleegd tijdens zijn meerderjarigheid.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 77b en 246 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 7 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 8 en 9 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door mr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, mr. R.C.A. Duindam en mr. J.A.C. Bartels, in bijzijn van de griffier mr. V.A.M. Willemsen.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 26 januari 2010.