ECLI:NL:GHSGR:2010:BL0045
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Vrijheid van meningsuiting versus bescherming van reputatie in consumentenklachten tegen Pretium Telecom B.V.
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is aangespannen door de Omroepvereniging Vara en Renzo Veenstra tegen Pretium Telecom B.V. De aanleiding voor het geschil is een artikel gepubliceerd in Kassa Magazine, waarin Veenstra, als eindredacteur, klachten van consumenten over de telefonische wervingsmethoden van Pretium aan de kaak stelt. De Vara en Veenstra stellen dat zij zich genoodzaakt voelden om deze klachten te publiceren, omdat zij van mening zijn dat de consumenten in kwestie zich misleid voelden door de praktijken van Pretium. Pretium heeft in reactie hierop de Vara en Veenstra aangeklaagd, stellende dat zij onzorgvuldig hebben gehandeld door niet voorafgaand aan de publicatie contact op te nemen en de klachten te verifiëren.
Het hof oordeelt dat de Vara en Veenstra voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat er een substantiële hoeveelheid klachten was over de telefonische wervingsmethoden van Pretium. Het hof stelt vast dat de vrijheid van meningsuiting van de Vara en Veenstra zwaarder weegt dan het belang van Pretium bij bescherming van haar naam en reputatie. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de voorzieningenrechter en wijst de gevraagde voorzieningen af, waarbij Pretium wordt veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van de vrijheid van meningsuiting, vooral in het kader van consumentenbescherming, en bevestigt dat media en journalisten de ruimte moeten hebben om misstanden aan de kaak te stellen, zelfs als dit kan leiden tot reputatieschade voor bedrijven. De zaak illustreert ook de verantwoordelijkheden van media bij het rapporteren over klachten en de noodzaak om een balans te vinden tussen het recht op vrije meningsuiting en de bescherming van de reputatie van bedrijven.