In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen Hallmark Cards, Nederland B.V. De appellant vorderde schadevergoeding wegens de niet-nakoming van een overeenkomst tot exploitatie van door hem ontwikkelde concepten. De kern van de zaak draait om de uitleg van de inspanningsverplichting van Hallmark en de vraag of de exploitatie van de concepten op de Nederlandse markt reëel en bedrijfseconomisch verantwoord was. Het hof verwijst naar een eerder tussenarrest van 10 november 2009, waarin het hof had aangegeven voornemens te zijn een deskundige te benoemen. Tijdens de comparitie van partijen op 16 december 2009 kwamen de partijen echter niet tot overeenstemming over de benoeming van een deskundige en de vragen die aan deze deskundige gesteld zouden moeten worden.
Het hof heeft in het tussenarrest overwogen dat de overeenkomst tussen partijen een voorwaardelijke verplichting voor Hallmark met zich meebracht, waarbij de verplichting om inspanningen te verrichten op de buitenlandse markt pas van kracht werd nadat de exploitatie op de Nederlandse markt als reëel en bedrijfseconomisch verantwoord was aangemerkt. Het hof concludeert dat Hallmark niet aan haar binnenlandse verplichting heeft voldaan, omdat niet is komen vast te staan dat Hallmark de door haar gestelde inspanningen heeft verricht. Het hof overweegt dat, indien Hallmark haar verplichtingen wel zou zijn nagekomen, er nog steeds geen garantie was dat er een reële exploitatie op de Nederlandse markt zou hebben plaatsgevonden.
De uitspraak van het hof is van belang voor de uitleg van inspanningsverplichtingen in intellectuele eigendomsovereenkomsten en de voorwaarden waaronder deze verplichtingen van kracht worden. Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen om partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de aan derden te berekenen prijs en de mogelijkheden voor afzet op de Nederlandse markt. De beslissing van het hof is genomen op 30 november 2010, waarbij de zaak verder wordt behandeld op 18 januari 2011.