ECLI:NL:GHSGR:2009:BM0027
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.C. Fasseur-van Santen
- A.D. Kiers-Becking
- T.H. Tanja-van den Broek
- Rechtspraak.nl
Matiging van proceskostenvergoeding in hoger beroep
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, ging het om een hoger beroep van V.D.V. Meubelen B.V. tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Middelburg. De zaak betrof de matiging van de proceskostenvergoeding die door de geïntimeerde, een vennootschap naar Belgisch recht, werd gevorderd. De geïntimeerde stelde dat haar kosten in het hoger beroep tot en met 6 februari 2009 € 5.114,69 bedroegen, onderbouwd met uren- en kostenstaten van twee advocatenkantoren. Het hof constateerde dat het totaalbedrag van de urenstaten € 4.903,79 was, maar dat een deel daarvan nog niet was gedeclareerd. Het hof oordeelde dat de gevorderde kosten gematigd moesten worden, onder andere omdat de inzet van een Belgisch advocatenkantoor niet noodzakelijk was en het belang van de zaak beperkt was tot ongeveer € 20.000,-. Uiteindelijk besloot het hof dat een vergoeding van € 3.500,- redelijk en evenredig was, en wees het meer gevorderde af.
Het hof verklaarde VDV niet-ontvankelijk in haar hoger beroep voor zover dit gericht was tegen het vonnis van 25 maart 2008, bekrachtigde het vonnis van 8 april 2008, en veroordeelde VDV tot betaling van de proceskosten aan de geïntimeerde. Dit arrest werd uitgesproken op 29 september 2009 in aanwezigheid van de griffier, na een eerdere gelegenheid voor VDV om te reageren op de proceskosten specificatie van de geïntimeerde. VDV had ervoor gekozen om zich te refereren aan het oordeel van het hof, wat leidde tot de uiteindelijke beslissing.