ECLI:NL:GHSGR:2009:BK6658

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
16 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-000702-08
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van computercriminaliteit tegen commercieel directeur van persbureau

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, stond de verdachte, een commercieel directeur van een persbureau, terecht voor het hacken van een database van een ander persbureau. De tenlastelegging omvatte het inbreken in een geautomatiseerd werk voor de opslag of verwerking van gegevens, waarbij de verdachte en zijn mededaders gebruik zouden hebben gemaakt van valse signalen en inlogcodes. De zaak werd behandeld in hoger beroep na een eerdere vrijspraak in eerste aanleg door de rechtbank 's-Gravenhage.

Tijdens de zittingen in hoger beroep, die plaatsvonden op 24 april, 22 september en 2 december 2009, werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De advocaat-generaal vorderde een veroordeling tot een geldboete van EUR 2.000,-, subsidiair 25 dagen hechtenis, maar het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor het bestaan van de server die in de tenlastelegging werd genoemd. Dit gebrek aan bewijs was cruciaal, aangezien het bestaan van de server een essentieel onderdeel van de tenlastelegging vormde.

Op 16 december 2009 deed het hof uitspraak. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten. De beslissing was gebaseerd op de overweging dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had begaan. De uitspraak benadrukte het belang van bewijs in strafzaken en de noodzaak voor de aanklager om voldoende bewijs te leveren voor een veroordeling.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000702-08
Parketnummer: 09-655024-07
Datum uitspraak: 16 december 2009
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 28 januari 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 24 april 2009, 22 september 2009 en 2 december 2009.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van EUR 2.000,-, subsididiair 25 dagen hechtenis, waarvan EUR 1.000,-, subsidiair 10 dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 oktober 2002 tot en met 31 oktober 2003 te Amsterdam en/of te Rijswijk, althans in Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en), meermalen, althans één maal, opzettelijk wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk voor de opslag of verwerking van gegevens, te weten één of meer database van [aangever], in het bijzonder de [naam]-server van [aangever], althans in een deel daarvan, is/zijn binnen gedrongen, waarbij hij en/of één van zijn mede-dader(s) (telkens) de toegang heeft/hebben verworven door een technische ingreep, met behulp van valse signalen en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, immers door (telkens) onbevoegd gebruik te maken van één of meer inlogcode(s) die waren uitgegeven aan (de eenmanszaak) [betrokkene 3];
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
de [medeverdachte] op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 oktober 2002 tot en met 31 oktober 2003 te Amsterdam en/of te Rijswijk, althans in Nederland meermalen, althans één maal, opzettelijk wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk voor de opslag of verwerking van gegevens, te weten één of meer database van [aangever], in het bijzonder de [naam]-server van [aangever], althans in een deel daarvan, is binnen gedrongen, waarbij zij (telkens) de toegang heeft verworven door een technische ingreep, met behulp van valse signalen en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, immers door (telkens) onbevoegd gebruik te maken van één of meer inlogcode(s) die waren uitgegeven aan (de eenmanszaak) [betrokkene 3] tot het plegen van welk(e) feiten hij, verdachte, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
2. hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2004 tot en met 13 oktober 2004 te Amsterdam en/of te Rijswijk, althans in Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en), meermalen, althans één maal, opzettelijk wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk voor de opslag of verwerking van gegevens, te weten één of meer database van [aangever], in het bijzonder de [naam]-server van [aangever], althans in een deel daarvan, is/zijn binnen gedrongen, waarbij hij en/of één van zijn mede-dader(s) (telkens) de toegang heeft/hebben verworven door een technische ingreep, met behulp van valse signalen en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, immers door (telkens) onbevoegd gebruik te maken van één of meer inlogcode(s) die waren uitgegeven aan [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2];
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
de [medeverdachte] op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2004 tot en met 13 oktober 2004 te Amsterdam en/of te Rijswijk, althans in Nederland meermalen, althans één maal, opzettelijk wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk voor de opslag of verwerking van gegevens, te weten één of meer database van [aangever], in het bijzonder de [naam]-server van [aangever], althans in een deel daarvan, is binnen gedrongen, waarbij zij (telkens) de toegang heeft verworven door een technische ingreep, met behulp van valse signalen en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, immers door (telkens) onbevoegd gebruik te maken van één of meer inlogcode(s) die waren uitgegeven aan [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] tot het plegen van welk(e) feiten hij, verdachte, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 primair en 2 primair en subsidiair tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van EUR 2.000,-, subsidiair 40 dagen hechtenis, waarvan EUR 1.000,-, subsidiair 20 dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Bevoegdheid
De verdediging heeft ter zitting van 22 september 2009 het verweer gehandhaafd dat de rechtbank ´s-Gravenhage in eerste aanleg onbevoegd was om over de zaak te oordelen en dat dientengevolge het gerechtshof 's-Gravenhage eveneens niet daartoe bevoegd was, zoals verwoord in het proces-verbaal van de zitting van 24 april 2009.
Het hof is van oordeel dat de motivering die ten grondslag ligt aan de handhaving van het verweer bij het hof niet tot andere inzichten leidt dan zoals verwoord in de motivering van de verwerping van het onderhavige verweer ter zitting van 24 april 2009.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
De verdediging heeft ter zitting van 22 september 2009 het verweer gehandhaafd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat het openbaar ministerie heeft gehandeld in strijd met het verbod op willekeur, zoals verwoord in het proces-verbaal van de zitting van 24 april 2009.
Het hof is van oordeel dat de motivering die ten grondslag ligt aan de handhaving van het verweer bij het hof niet tot andere inzichten leidt dan zoals verwoord in de motivering van de verwerping van het onderhavige verweer ter zitting van 24 april 2009.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep is ingevolge het bepaalde bij artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet gericht tegen de in eerste aanleg gegeven vrijspraken ter zake van het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voorzover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Het hof is van oordeel dat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep niet kan worden vastgesteld dat ten aanzien van de onder 1 tenlastegelegde periode sprake is geweest van het bestaan van de [naam]-server, zoals tenlastegelegd in de zinsnede "in het bijzonder de [naam]-server van [aangever]", zijnde een essentieel onderdeel van de tenlastelegging.
Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep - voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen - en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. J. Silvis, mr. Chr.A. Baardman en mr. G.J.W. van Oven, in bijzijn van de griffier mr. M. van der Linden.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 16 december 2009.