ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5279
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- G. Oosterhof
- G.P.A. Aler
- H.M.A. de Groot
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens het niet indienen van grieven
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 16 november 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam, gedateerd 6 november 2008. De verdachte, geboren in 1964, was niet verschenen op de zitting en had geen schriftelijke grieven ingediend binnen de gestelde termijn van veertien dagen na het instellen van het hoger beroep. De advocaat-generaal heeft ter zitting gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard in het hoger beroep, gezien zijn afwezigheid en het ontbreken van bezwaren tegen het vonnis. Het hof heeft ambtshalve geen redenen gezien voor een inhoudelijke behandeling van de zaak, en heeft daarom besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De uitspraak is gedaan bij verstek, wat betekent dat de verdachte niet aanwezig was tijdens de zitting. Het hof heeft in zijn beslissing benadrukt dat de verdachte niet heeft voldaan aan de vereisten voor het indienen van grieven, wat essentieel is voor de ontvankelijkheid in hoger beroep. De beslissing van het hof is definitief en er zijn geen verdere rechtsmiddelen mogelijk tegen deze uitspraak. Dit arrest onderstreept het belang van tijdige en correcte procesvoering in strafzaken, waarbij de rechten van de verdachte gewaarborgd moeten zijn, maar ook de noodzaak om de procedurele regels te volgen.