ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5254

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
2 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-003956-08
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervalsing van reisdocumenten en de gevolgen voor het vertrouwen in echtheid

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 2 december 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in Turkije in 1977 en zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd beschuldigd van het in bezit hebben van vervalste reisdocumenten, waaronder een Bulgaars paspoort, een identiteitskaart en een rijbewijs. De verdachte had de intentie om met deze documenten naar Engeland te reizen. Het hof oordeelde dat de verdachte het vertrouwen in de echtheid van dergelijke documenten ernstig had beschaamd door in het bezit te zijn van deze vervalsingen.

De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: het in bezit hebben van een vals of vervalst paspoort en identiteitskaart, en het opzettelijk voorhanden hebben van een vals nationaal rijbewijs. Het hof achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, waarbij het in aanmerking nam dat de verdachte niet eerder met politie of justitie in aanraking was gekomen. De verdachte werd eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden door de politierechter, maar het hof vernietigde dit vonnis en deed opnieuw recht.

De strafmotivering van het hof was gebaseerd op de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Ondanks een overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak in hoger beroep, besloot het hof geen rechtsgevolgen aan deze termijnoverschrijding te verbinden. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarbij de tijd in voorarrest in mindering zou worden gebracht.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003956-08
Parketnummer: 10-612620-08
Datum uitspraak: 2 december 2009
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 24 juli 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [plaats](Turkije) op [dag] 1977,
thans zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 18 november 2009.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks [dag] 2008 te Rotterdam in het bezit was van (een) reisdocument(en), te weten een nationaal paspoort van Bulgarije en/of een nationale identiteitskaart van Bulgarije, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het/de reisdocument(en) vals of vervalst was/waren, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat
- voornoemd paspoort was voorzien van een geïntegreerde foto die in een afwijkende techniek was aangebracht en/of het onderste gedeelte van de personaliabladzijde leesbaar was ingevuld en/of de controlegetallen niet overeenkwamen met de waarde zoals die behoren te zijn na een gestandaardiseerde berekening en/of
- voornoemde identiteitskaart niet overeenkwam met een origineel door de autoriteiten van Bulgarije afgegeven identiteitskaart qua kleur en/of detaillering en/of gebruikte produktie/druk- en beveiligingstechnieken;
2. hij op of omstreeks [dag] 2008 te Rotterdam opzettelijk heeft voorhanden gehad een vals(e) of vervalst(e) nationaal rijbewijs van Bulgarije - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst, immers was voornoemd rijbewijs voorzien van een andere personalia dan die van verdachte en/of het document niet overeenkwam met een origineel door de autoriteiten van Bulgarije afgegeven rijbewijs.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. hij op [dag] 2008 te Rotterdam in het bezit was van reisdocumenten, te weten een nationaal paspoort van Bulgarije en een nationale identiteitskaart van Bulgarije, waarvan hij wist dat de reisdocumenten vals of vervalst waren, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat
- voornoemd paspoort was voorzien van een geïntegreerde foto die in een afwijkende techniek was aangebracht en het onderste gedeelte van de personaliabladzijde leesbaar was ingevuld en de controlegetallen niet overeenkwamen met de waarde zoals die behoren te zijn na een gestandaardiseerde berekening en
- voornoemde identiteitskaart niet overeenkwam met een origineel door de autoriteiten van Bulgarije afgegeven identiteitskaart qua kleur en detaillering en gebruikte produktie/druk-beveiligingstechnieken;
2. hij op [dag] 2008 te Rotterdam opzettelijk heeft voorhanden gehad een vals nationaal rijbewijs van Bulgarije - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij wist dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst, immers was voornoemd rijbewijs voorzien van andere personalia dan die van verdachte en het document niet overeenkwam met een origineel door de autoriteiten van Bulgarije afgegeven rijbewijs.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet dat het vals of vervalst is, meermalen gepleegd.
ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
opzettelijk een vals geschrift, dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte was in het bezit van een vervalst Bulgaars paspoort, een valse identiteitskaart en een vals rijbewijs. De verdachte wilde met de (reis)documenten naar Engeland reizen. Door aldus te handelen heeft de verdachte het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer gesteld moet kunnen worden in de echtheid van dergelijke (reis)documenten ernstig beschaamd.
Het hof houdt rekening met de omstandigheid dat de verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 27 oktober 2009 niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.
Het hof heeft ambtshalve geconstateerd dat de behandeling van de zaak in hoger beroep niet heeft plaatsgevonden binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden, nu het strafdossier eerst (ongeveer) 12 maanden na het instellen van het hoger beroep ter griffie van het hof is binnengekomen.
Gelet echter op de mate van overschrijding en het tijdsverloop tussen de behandeling van de zaak in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep zal het hof aan de geconstateerde termijnoverschrijding geen rechtsgevolgen verbinden.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van navermelde duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 225 en 231 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. G. Oosterhof, mr. R.A.TH.M. Dekkers en mr. B. Vermeulen, in bijzijn van de griffier mr. P. Melis.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 2 december 2009.
Mr. B. Vermeulen is buiten staat dit arrest te ondertekenen.