ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5249

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
2 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-001191-09
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging in vereniging met letsel als gevolg

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 2 december 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte is beschuldigd van openlijke geweldpleging in vereniging, gepleegd op of omstreeks een dag in 2008 te 's-Gravenhage. De tenlastelegging omvatte het toebrengen van geweld aan een slachtoffer, waaronder het geven van een kopstoot, slaan en schoppen. In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis. De officier van justitie ging in hoger beroep tegen dit vonnis.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte alsnog veroordeeld. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan, met uitzondering van enkele onderdelen van de tenlastelegging. De verdachte werd vrijgesproken van de niet bewezen verklaarde feiten. Het hof heeft de ernst van de feiten in aanmerking genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en heeft besloten tot een onvoorwaardelijke geldboete van EUR 750,00 en een taakstraf van 40 uren, met een vervangende hechtenis van 20 dagen bij niet-nakoming.

De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing waren ten tijde van het bewezenverklaarde. Het hof heeft de verdachte ook een proeftijd van 2 jaren opgelegd, waarin de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001191-09
Parketnummer: 09-660482-08
Datum uitspraak: 2 december 2009
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 23 februari 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
(verdachte),
geboren te (plaats) op (dag)1988,
[adres.]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 18 november 2009.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks (dag) 2008 te 's-Gravenhage met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de A-weg, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen (slachtoffer), welk geweld bestond uit het:
- (met kracht) plaatsen van een zogenaamde kopstoot tegen het hoofd van die (slachtoffer) en/of
- (met kracht) (meermalen) slaan en/of stompen tegen het hoofd van die (slachtoffer) en/of
- (met kracht) (meermalen) schoppen en/of trappen tegen het lichaam en/of tegen de/het be(e)n(en) van die (slachtoffer);
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks (dag) 2008 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon (te weten (slachtoffer)) heeft mishandeld door die (slachtoffer) opzettelijk en/of met kracht een zogenaamde kopstoot te geven tegen het hoofd en/of door (meermalen) te slaan en/of te stompen tegen het hoofd en/of te schoppen en/of te trappen tegen het lichaam en/of tegen de/het be(e)n(en), waardoor voornoemde (slachtoffer) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op (dag) 2008 te 's-Gravenhage met anderen, op de openbare weg, de A-weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen (slachtoffer), welk geweld bestond uit het:
- met kracht plaatsen van een zogenaamde kopstoot tegen het hoofd van die (slachtoffer) en
- met kracht meermalen stompen tegen het hoofd van die (slachtoffer) en
- meermalen schoppen en/of trappen tegen het lichaam van die (slachtoffer).
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis.
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging. Het slachtoffer heeft achtereenvolgen een kopstoot tegen de kin gekregen, is in het gezicht gestompt en tegen het lichaam getrapt. Dit feit is door het slachtoffer als buitengewoon bedreigend ervaren. Een dergelijk handelen van verdachte is maatschappelijk gezien volstrekt onaanvaardbaar en brengt bovendien, gezien het openlijke karakter van dit feit, gevoelens van onrust en onveiligheid in de maatschappij teweeg.
De ernst van het onderhavige feit maakt dat niet kan worden volstaan met de oplegging van een voorwaardelijke werkstraf als door de rechtbank in eerste aanleg opgelegd. Het hof is - mede in aanmerking genomen dat de verdachte een volledige baan heeft - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke geldboete van navermelde hoogte alsmede een geheel voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf van navermelde duur een passende en geboden reactie vormen.
Bij de vaststelling van de geldboete is rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 23, 24, 24a, 24c, 63 en 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde het hierboven vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een geldboete van
EUR 750,00 (zevenhonderdvijftig euro),
bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 15 (vijftien) dagen.
Bepaalt dat het bedrag van de opgelegde geldboete mag worden voldaan in 5 (vijf) opéénvolgende termijnen van 1 maand van telkens EUR 150,00 (honderdvijftig euro).
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van
40 (veertig) uren,
te vervangen door hechtenis voor de tijd van 20 (twintig) dagen voor het geval die taakstraf niet naar behoren wordt verricht.
Beveelt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door mr. G. Oosterhof,
mr. R.A.TH.M. Dekkers en mr. B. Vermeulen, in bijzijn van de griffier mr. P. Melis.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 2 december 2009.
Mr. B. Vermeulen is buiten staat dit arrest te ondertekenen.