ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5002
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. van den Wildenberg
- A. de Haan-Boerdijk
- J. van Montfoort
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake hoofdverblijfplaats en omgangsregeling van minderjarige na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 15 juli 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de hoofdverblijfplaats en omgangsregeling van een minderjarige, geboren in 2004, na de echtscheiding van de ouders. De moeder is op 12 juni 2008 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 15 april 2008. De vader heeft op 5 augustus 2008 een verweerschrift ingediend, en beide partijen hebben op 12 mei 2009 aangegeven dat zij een akkoord hebben bereikt, waardoor de mondelinge behandeling niet meer nodig was. Het hof heeft op 19 juni 2009 een verzoek van de moeder ontvangen om een ouderschapsplan op te nemen in de beschikking, wat door de vader werd ondersteund.
Het hof heeft de feiten van de rechtbank Rotterdam overgenomen, waaruit blijkt dat de echtscheiding op 9 oktober 2007 is ingeschreven. De rechtbank had bepaald dat de gewone verblijfplaats van de minderjarige bij de vader zou zijn, en het verzoek van de moeder om dit te wijzigen was afgewezen. In hoger beroep heeft het hof de bevoegdheid om te beslissen over de omgangsregeling, die voor het eerst in hoger beroep is ingediend, bevestigd. Het hof heeft vastgesteld dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader en de omgangsregeling tussen de minderjarige en de moeder.
De beschikking van het hof bekrachtigt de eerdere beslissing van de rechtbank en legt de afspraken omtrent de zorg- en opvoedingstaken vast. De ouders hebben afspraken gemaakt over de verdeling van de tijd die de minderjarige bij elke ouder doorbrengt, inclusief vakanties en speciale gelegenheden. Het hof heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.