ECLI:NL:GHSGR:2009:BK4838
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- R.A.Th.M. Dekkers
- C.P.E.M. Fonteijn-Van der Meulen
- L. Bakker-Splinter
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep tegen vonnis politierechter
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 juli 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage, gewezen op 14 juli 2008. De verdachte, geboren in 1982, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. De advocaat-generaal vorderde echter dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard in het hoger beroep. Het hof moest beoordelen of de volmacht die de verdachte aan zijn raadsman had verleend, voldeed aan de wettelijke eisen zoals gesteld in het Wetboek van Strafvordering.
Het hof constateerde dat de raadsman de verdachte schriftelijk had gemachtigd om hoger beroep in te stellen, maar dat de volmacht niet voldeed aan de vereisten. De volmacht bevatte geen adres van de verdachte en gaf ook niet expliciet aan dat de verdachte instemde met de uitreiking van de oproeping voor de zitting aan de griffie. Het hof oordeelde dat de raadsman, als rechtsgeleerd persoon, verantwoordelijk was voor het naleven van de wettelijke vormen en dat het verzuim niet hersteld kon worden door de griffier.
Uiteindelijk concludeerde het hof dat niet was voldaan aan de wettelijke vereisten voor het instellen van hoger beroep, waardoor de verdachte niet-ontvankelijk werd verklaard in het namens hem ingestelde appel. De beslissing van het hof was dus dat de verdachte niet-ontvankelijk werd verklaard in het hoger beroep.