ECLI:NL:GHSGR:2009:BK4837
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- R.A.Th.M. Dekkers
- C.P.E.M. Fonteijn-Van der Meulen
- L. Bakker-Splinter
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van verdachte in hoger beroep tegen vonnis politierechter
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 juli 2009 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van de verdachte in zijn hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage, gewezen op 14 juli 2008. De verdachte, geboren in Marokko in 1977, had op 5 augustus 2008 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. De akte rechtsmiddel werd ingediend door een gemachtigde, maar het hof moest beoordelen of deze volmacht voldeed aan de eisen van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof overwoog dat de gemachtigde persoonlijk ter griffie moest verschijnen en dat de verdachte expliciet moest instemmen met de uitreiking van de oproeping aan de griffie. De volmacht die was ingediend voldeed niet aan deze eisen, omdat er geen adres van de verdachte was opgegeven en niet was aangetoond dat de verdachte instemde met de oproeping. Het hof concludeerde dat de wettelijke vereisten voor het instellen van hoger beroep niet waren nageleefd.
Daarom verklaarde het hof de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep. De advocaat-generaal had ter zitting gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard, en het hof volgde deze vordering. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de wettelijke procedures bij het instellen van hoger beroep, en dat een verzuim in deze procedures niet eenvoudig kan worden hersteld door de griffier of de raadsman.