ECLI:NL:GHSGR:2009:BK4664
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Koens
- A. van Dijkhuizen
- J. van der Flier
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling tussen ouders en pleegouders van minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 26 november 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over een omgangsregeling tussen de ouders van de minderjarige [X.] en de pleegouders. De stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland had samen met de pleegouders hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Middelburg, waarin was bepaald dat de pleegouders en een hulpverlener aanwezig moesten zijn bij het eerstvolgende contact tussen de ouders en de minderjarige. De pleegouders verzochten het hof om een principiële uitspraak over de vraag of zij gedwongen konden worden tot een omgangsregeling bij hen thuis en of de kinderrechter de bevoegdheid had om te beslissen dat de gezinsvoogd niet bij de omgangsregeling aanwezig mocht zijn.
Het hof oordeelde dat zowel de stichting als de pleegouders geen belang meer hadden bij het hoger beroep, omdat de pleegouders inmiddels geen instemming meer gaven voor de omgang bij hen thuis. Het hof overwoog dat er sprake was van een schending van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), aangezien de omgang tussen de ouders en de minderjarige ook op andere locaties kon plaatsvinden. De kinderrechter had in eerste aanleg de omgangsregeling vastgesteld, maar het hof vond dat de ouders recht hadden op een uitbreiding van de omgangscontacten, gezien de positieve ontwikkeling van de begeleide omgangscontacten.
De rechtbank had eerder de verzoeken van de ouders afgewezen, maar het hof besloot de bestaande regeling te handhaven en uit te breiden naar éénmaal per drie weken, met ingang van 1 december 2009. Het hof verklaarde de stichting en de pleegouders niet-ontvankelijk in hun principaal appel en vernietigde de beschikking van de rechtbank, waarbij de omgangsregeling werd aangepast. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof wees het meer of anders verzochte af.