ECLI:NL:GHSGR:2009:BK3559
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- T.W.H.E. Schmitz
- R.C.A. Duindam
- M. Moussault
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van brandstichting en openlijke geweldpleging door verdachte in Wassenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 2 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1992, was eerder veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren en voorwaardelijke jeugddetentie vanwege brandstichting en openlijke geweldpleging. De tenlastelegging betrof het opzettelijk in brand steken van een coniferenhaag in Wassenaar op 31 december 2007, waarbij de verdachte zou hebben deelgenomen aan een groep jongeren die vuurwerk afstak.
De verdachte verklaarde dat hij op de bewuste dag een 'grondbloem' onder de heg had gegooid, maar dat deze geen brand had veroorzaakt. Hij stelde dat er op dat moment geen plannen waren om iets in brand te steken. Pas een uur later, na het afsteken van vuurwerk, riepen andere jongeren dat de heg in brand moest en gooiden vuurwerk in de heg. De verdachte stond op enige afstand en had geen kans om weg te gaan van de groep. Het hof achtte de verklaring van de verdachte aannemelijk en concludeerde dat er geen sprake was van de vereiste bewuste en nauwe samenwerking voor medeplegen van brandstichting.
Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van zowel de primair als de subsidiair ten laste gelegde feiten. De beslissing was gebaseerd op het oordeel dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs en de rol van de verdachte in de gebeurtenissen die hebben geleid tot de beschuldigingen.