Rolnummer: 22-001882-09
Parketnummers: 09-760927-07, 09-920023-06 (TUL) en
09-920107-07 (TUL)
Datum uitspraak: 13 oktober 2009
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 10 april 2008 en de van dat vonnis deeluitmakende beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,
adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 29 september 2009.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 14 september 2007 te Maassluis ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening weg te nemen twee, althans een motorscooter(s), geheel of ten dele toebehorende aan
[aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zich naar die motorscooter(s) heeft/hebben begeven, waarna hij, verdachte en/of zijn mededader(s) met een betonschaar, althans enig gereedschap, het slot van die motorscooter(s) heeft/hebben doorgeknipt, terwijl die uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks 14 juli 2007 tot en met 4 augustus 2007 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning [adres A] heeft weggenomen één of meer laptop(s) en/of navigatieapparatuur (merk Garmin, type Nuvi Tm300) en/of sieraden en/of één of meer horloge(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] en/of [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of medeverdachte(n), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te hebben gebracht door middel van het forceren van een deur en/of raam.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 augustus 2007 tot en met 20 augustus 2007 te
's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning [adres B] heeft weggenomen een autonavigatie (merk Medion, type Md5000 Lifetec) en/of (drie) geldkist(en) met inhoud en/of een geldbedrag van in het totaal 12.000 euro en/of een aansteker, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4] en/of [aangever 5] en/of
[aangever 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van het forceren van de (achter)deur van de woning.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 4 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts is een beslissing gegeven ten aanzien van de vorderingen tot tenuitvoerlegging, zoals vermeld in het vonnis.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 14 september 2007 te Maassluis ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen twee motorscooters, toebehorende aan [aangever 1], en een ander, zich naar die motorscooters heeft begeven, waarna hij, verdachte en zijn mededaders met een betonschaar, het slot van die motorscooters getracht hebben door te knippen, terwijl die uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij in de periode van 2 augustus 2007 tot en met 4 augustus 2007 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres A] heeft weggenomen laptops en navigatieapparatuur merk Garmin, type Nuvi Tm300 en sieraden horloges toebehorende aan [aangever 2] en [aangever 3], zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft door middel van het forceren van een deur.
hij in de periode van 10 augustus 2007 tot en met 20 augustus 2007 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres B] heeft weggenomen een autonavigatie merk Medion, type Md5000 Lifetec en drie geldkisten met inhoud en een geldbedrag van in totaal 12.000 euro en een aansteker toebehorende aan [aangever 4] en [aangever 5] en [aangever 6], zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft door middel van het forceren van de achterdeur van de woning.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Ten aanzien van het onder 2 en 3 bewezenverklaarde:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 4 maanden met aftrek van voorarrest, mede gelet op de overschrijding van de redelijke termijn en met toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Voorts heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot opheffing van de schorsing van het bevel tot gevangenneming.
Het hof heeft het op te leggen toepasselijke strafrecht (volwassenenstrafrecht of jeugdstrafrecht) en de op te leggen sanctie bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich binnen het tijdsbestek van ruim één maand schuldig gemaakt aan twee in vereniging gepleegde woninginbraken en een poging tot diefstal in vereniging van twee scooters. Met deze handelwijze heeft de verdachte blijk gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke eigendommen van anderen en daarnaast heeft hij overlast en financiële schade veroorzaakt voor de gedupeerden. Bovendien is algemeen bekend dat dergelijke feiten, woninginbraken in het bijzonder, gevoelens van angst en onrust veroorzaken in de maatschappij. Deze feiten behoeven derhalve bestraffing.
Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 15 september 2009, is de verdachte reeds meermalen veroordeeld voor het plegen van soortgelijke en andersoortige strafbare feiten en liep hij ten tijde van het begaan van de onderhavige feiten in de proeftijden van twee voorwaardelijk opgelegde straffen. Al deze waarschuwingen hebben hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Voorts heeft het hof acht geslagen op twee voorlichtingsrapporten van de Reclassering Nederland
d.d. 18 maart 2008, respectievelijk 31 maart 2009, waaruit blijkt dat het recidiverisico hoog is en de situatie uitermate zorgelijk is, omdat er al zoveel intensieve begeleiding is ingezet zonder resultaat.
Ten aanzien van de op te leggen sanctie overweegt het hof het volgende.
Tijdens het plegen van de bewezenverklaarde feiten was de verdachte nog minderjarig, maar had hij bijna de leeftijd van 18 jaren bereikt. Aangezien de verdachte reeds het hele arsenaal van jeugdstraffen heeft doorlopen en hij derhalve genoeg kansen heeft gehad om zijn leven een positieve wending te geven, ziet het hof, gelet op de ernst van de begane feiten en de persoonlijkheid van de verdachte zoals uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep naar voren is gekomen, aanleiding om in plaats van het jeugdstrafrecht het volwassenenstrafrecht toe te passen. Daarbij heeft het hof mede in aanmerking genomen dat de verdachte, gezien de omstandigheid dat hij in hoger beroep tot twee maal toe niet ter terechtzitting is verschenen en dat hij na het begaan van de onderhavige feiten opnieuw met politie en justitie in aanraking is gekomen, blijk heeft gegeven het laakbare van zijn handelen nog steeds niet in te zien.
Het hof heeft daarnaast tevens op de voet van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht rekening gehouden
met het arrest van gelijke datum inzake parketnummer 09-758495-07.
Het hof heeft acht geslagen op de overschrijding van de redelijke termijn, nu de inzendingstermijn van zes maanden niet in acht is genomen, maar ziet - gelet op de in eerste aanleg opgelegde straf en de ernst van de gepleegde feiten - geen aanleiding de op te leggen straf te matigen.
Het hof is - al het voorgaande in overweging genomen - dan ook van oordeel dat, mede gelet op de generale en speciale preventie, een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van navermelde duur een passende en geboden reactie vormt.
Vorderingen tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de meervoudige kamer te 's-Gravenhage van 15 februari 2007 onder parketnummer 09-920023-06 is de verdachte veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 42 dagen, met bevel dat die jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van twee jaren niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Voorts is de verdachte bij vonnis van de kinderrechter te 's-Gravenhage van 16 april 2007 onder parketnummer
09-920107-07 veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 2 weken, met bevel dat die jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van twee jaren niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gepersisteerd bij de in eerste aanleg ingediende vorderingen van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van die niet-tenuitvoergelegde straffen, op grond dat de verdachte de hiervoor bedoelde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd.
In hoger beroep is komen vast te staan, dat de verdachte de genoemde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd. De verdachte heeft immers de in de onderhavige strafzaak bewezenverklaarde feiten begaan terwijl de hiervoor bedoelde proeftijden nog niet waren verstreken.
De vorderingen van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van die niet-tenuitvoergelegde straffen zijn derhalve gegrond.
Het hof zal daarom de gevorderde tenuitvoerleggingen gelasten, welke ingevolge artikel 77dd, lid 3 van het Wetboek van Strafrecht tenuitvoergelegd zullen worden als gevangenisstraf.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 45, 63, 77b, 77gg, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst de vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging toe en gelast de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de de meervoudige kamer te 's-Gravenhage van 15 februari 2007 onder parketnummer
09-920023-06 opgelegde voorwaardelijke straf, te weten jeugddetentie voor de duur van 42 (tweeënveertig) dagen.
Wijst de vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging toe en gelast de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de de kinderrechter te 's-Gravenhage van 16 april 2007 onder parketnummer 09-920107-07 opgelegde voorwaardelijke straf, te weten jeugddetentie voor de duur van 2 (twee) weken.
Dit arrest is gewezen door mr. R.C.A. Duindam,
mr. J.A.C. Bartels en mr. L. Bakker-Splinter, in bijzijn van de griffier mr. C.J.A. Sabatier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 13 oktober 2009.
mr. L. Bakker-Splinter is buiten staat dit arrest te ondertekenen.