ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ5691
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Mink
- A. Labohm
- Burgers-Thomassen
- Rechtspraak.nl
Gerechtelijke vaststelling van vaderschap op basis van getuigenbewijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 8 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man ten aanzien van de minderjarige [y]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft gesteld dat de man de verwekker is van [y], geboren op 7 december 2005. Het hof heeft vastgesteld dat een DNA-onderzoek uitsluitsel zou kunnen geven over de vraag of de man de vader is, maar dat het ontbreken van medewerking van de man aan dit onderzoek niet betekent dat het verzoek van de moeder moet worden afgewezen. Dit zou in strijd zijn met het belang van [y], die recht heeft op een afstammingsband met zijn vader.
Tijdens de procedure zijn vier getuigen gehoord, waaronder de moeder zelf. De getuigen hebben verklaard dat de moeder en de man een relatie hadden en dat de man heeft aangegeven de vader van [y] te zijn. De moeder heeft verder verklaard dat zij voor de geboorte van [y] uitsluitend met de man heeft omgegaan en dat er pogingen zijn gedaan om de man [y] te laten erkennen, maar dat dit niet is doorgegaan vanwege ontbrekende papieren.
Het hof heeft geconcludeerd dat de moeder is geslaagd in haar bewijslevering en dat de man inderdaad de verwekker is van [y]. De bestreden beschikking, waarin het verzoek van de moeder tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap was afgewezen, is vernietigd. Het hof heeft de bestreden beschikking voor het overige bekrachtigd. Deze uitspraak is gedaan door de rechters M. Mink, A. Labohm en Burgers-Thomassen, met ondersteuning van griffier Lekahena.