ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ5659
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van den Wildenberg
- A. de Haan-Boerdijk
- J. van der Kuijl
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling en verblijfplaats minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 8 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de omgangsregeling en de verblijfplaats van een minderjarige. De moeder, hierna aangeduid als verzoekster, is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank te Den Haag van 21 december 2007. De vader, aangeduid als verweerder, heeft incidenteel appel ingesteld. De moeder verzocht het hof de bestreden beschikking te vernietigen en het verzoek van de vader tot wijziging van de gewone verblijfplaats van de minderjarige af te wijzen. De vader heeft verzocht om een wijziging van de omgangsregeling, maar heeft geen verweer gevoerd tegen het beroep van de moeder.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder geen belang heeft bij haar hoger beroep, aangezien de rechtbank in eerste aanleg heeft beslist conform hetgeen door haar is verzocht. Het hof heeft geoordeeld dat het rechtsmiddel van hoger beroep niet bedoeld is om een beslissing die aan een partij is toegewezen ongedaan te maken. Daarom heeft het hof de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep. De vader heeft zijn incidentele appel ingetrokken, waardoor ook hij niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak van het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank en de omgangsregeling blijft ongewijzigd.
De uitspraak is gedaan door mrs. Van den Wildenberg, De Haan-Boerdijk en Van der Kuijl, met mr. De Witte-Renkema als griffier. De zaak is behandeld op 18 maart 2009, waarbij beide partijen aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten. De raad voor de kinderbescherming heeft zich niet ter terechtzitting laten zien.