ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ5453
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Mink
- A. van Nievelt
- J. van Leuven
- Rechtspraak.nl
Ontheffing uit het ouderlijk gezag: belang van duidelijkheid inzake opvoedingsperspectief
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 29 juli 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het ouderlijk gezag van de moeder over haar minderjarige kind, geboren in 1996. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. S. Süzen, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 9 juli 2008, waarin zij ontheven werd van het ouderlijk gezag. De Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdzorg hebben als verweerders opgetreden. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juni 2009 zijn de pleegouders niet verschenen, terwijl de aanwezigen hun standpunten hebben toegelicht.
De Raad heeft gesteld dat de moeder blijvend ongeschikt is om de verzorging en opvoeding van de minderjarige op zich te nemen. De Raad en Jeugdzorg hebben benadrukt dat de jaarlijkse verlenging van de uithuisplaatsing niet in het belang van de minderjarige is, omdat dit onrust en onzekerheid met zich meebrengt. De moeder heeft betoogd dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat er sprake is van een uitzonderingssituatie en dat haar ambivalente houding niet als grond voor ontheffing kan dienen.
Het hof heeft overwogen dat de ontheffing van het gezag noodzakelijk is om de dreiging van de situatie van de minderjarige te verhelpen. De moeder heeft verklaard te berusten in de uithuisplaatsing, maar het hof oordeelt dat deze berusting niet voldoende is om de dreiging af te wenden. De ongeschiktheid van de moeder is niet van tijdelijke aard en het is van belang dat de minderjarige duidelijkheid krijgt over zijn opvoedingsperspectief. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en het verzoek van de moeder in hoger beroep afgewezen.