ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ2931
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dupain
- M.A. Tan-de Sonnaville
- G. Dulek-Schermers
- Rechtspraak.nl
Cessie van toekomstige vordering en rechtsgeldigheid van overdracht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, gaat het om een hoger beroep van Lindorff Purchase B.V. tegen een vonnis van de rechtbank. De zaak betreft een cessie van een toekomstige vordering die door [K] is betwist. [K] had op 9 november 2005 een overeenkomst gesloten met T-mobile, maar is in gebreke gebleven met het betalen van de gefactureerde kosten. Lindorff, die stelt dat T-mobile haar vordering op [K] heeft gecedeerd, heeft een akte van cessie overgelegd, maar het hof oordeelt dat de rechtsgeldigheid van deze cessie niet kan worden aangenomen. Het hof verwijst naar eerdere arresten en memorie van grieven, waarin de erkenning van de schuld door [K] niet als bewijs voor de cessie kan worden gezien. Het hof concludeert dat de grief van Lindorff faalt en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Tevens wordt Lindorff veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, terwijl de vordering van [K] in de vrijwaringszaak wordt afgewezen. Het hof benadrukt dat de overeenkomst en de akte van cessie onvoldoende grond bieden voor de conclusie dat de toekomstige vordering rechtsgeldig is overgedragen. De uitspraak is gedaan op 16 juni 2009.