ECLI:NL:GHSGR:2009:BI7307
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Nievelt
- A. van Dijk
- J. Mink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake nakoming omgangsregeling tussen ouders
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de nakoming van een omgangsregeling tussen de vrouw en de man, ouders van een kind. De vrouw, appellante, heeft in kort geding een vordering ingesteld om de omgangsregeling die eerder door de voorzieningenrechter was vastgesteld, te herzien. De voorzieningenrechter had bepaald dat de man het kind de eerste twee zaterdagen van de maand bij zich mocht hebben, waarna de eerdere regeling van 11 oktober 2007 weer in werking zou treden. De vrouw was het niet eens met deze beslissing en heeft vier grieven ingediend in het hoger beroep.
De vrouw betoogt dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat de omgangsregeling in het belang van het kind is. Ze stelt dat het kind na het opstarten van de omgangsregeling agressief gedrag vertoont en dat er zorgen zijn over de zorg die de man voor het kind kan bieden. De vrouw heeft ook aangevoerd dat de man ongezonde belangstelling voor de genitaliën van het kind vertoont en dat er incidenten zijn geweest waarbij het kind met een verbrande huid en krassen terugkwam van de omgang.
Het hof heeft de grieven van de vrouw beoordeeld en is van oordeel dat de voorzieningenrechter op goede gronden heeft geoordeeld dat de omgang tussen de man en het kind moet worden hervat. Het hof benadrukt dat in kort geding in beginsel geen uitgebreid onderzoek kan plaatsvinden naar de vraag of de omgangsregeling nog in het belang van het kind is. De geldende regeling blijft de basis voor de beoordeling van de vordering. Het hof heeft geen zwaarwegende feiten en omstandigheden kunnen vaststellen die een uitzondering op deze regel rechtvaardigen.
De beslissing van het hof is om het bestreden vonnis te bekrachtigen en de kosten van het geding in hoger beroep te compenseren, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Dit arrest is uitgesproken op 2 juni 2009 door de rechters M. van Nievelt, A. van Dijk en J. Mink.