ECLI:NL:GHSGR:2009:BI3619
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van Leuven
- J. Kamminga
- F. Fockema Andreae-Hartsuiker
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de machtiging tot schenking in het kader van meerderjarigenbewind
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage, gaat het om een hoger beroep van de bewindvoerders tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank 's-Gravenhage, waarin het verzoek om toestemming voor schenkingen aan de kinderen van de rechthebbende werd afgewezen. De bewindvoerders hebben op 19 maart 2008 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 20 december 2007. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 maart 2009 zijn de bewindvoerders, bijgestaan door hun advocaat, verschenen, terwijl de rechthebbende niet aanwezig was. De bewindvoerders hebben een akte van verdeling overgelegd, gedateerd 1 september 1995.
Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de rechtbank zijn vastgesteld, en heeft de bestreden beschikking beoordeeld. De bewindvoerders verzochten om vernietiging van de beschikking en om machtiging tot het doen van een schenking van € 22.000 aan elk van de zes kinderen van de rechthebbende. De bewindvoerders stelden dat er in het verleden al schenkingen hadden plaatsgevonden en dat de rechthebbende de wens had geuit om grotere bedragen te schenken. Het hof oordeelde dat er geen schenkingstraditie was aangetoond, en dat de bewindvoerders niet konden bewijzen dat de rechthebbende, indien zij in staat was geweest haar wil te bepalen, tot de schenkingen zou zijn overgegaan.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd, met de overweging dat de bewindvoerders niet hadden aangetoond dat er sprake was van een schenkingstraditie. Het hof benadrukte dat de wensen van de rechthebbende gerespecteerd moeten worden, maar dat deze wensen in overeenstemming moeten zijn met een doelmatige belegging van het vermogen. De beslissing van het hof werd op 22 april 2009 uitgesproken.