ECLI:NL:GHSGR:2009:BI2591

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
28 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-001361-07
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor seksueel misbruik van minderjarigen en bezit van kinderpornografie

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere vrijspraak van de verdachte. De verdachte heeft zich in een kwetsbare situatie gebracht door zijn woning in te richten als een jeugdhonk, waar hij jongens in de leeftijd van 12 tot 17 jaar ontving. Hij heeft twee jongens seksueel misbruikt en zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De verdachte heeft zich voorts voorgedaan als een jong meisje in online conversaties om minderjarige jongens te bewegen tot ontuchtige handelingen voor de webcam. De rechtbank had de verdachte in eerste aanleg vrijgesproken van het eerste tenlastegelegde feit, maar veroordeeld voor de overige feiten tot een gevangenisstraf van twee jaar en terbeschikkingstelling met voorwaarden. Het hof heeft de eerdere uitspraak vernietigd en de verdachte alsnog veroordeeld voor de bewezenverklaarde feiten, waarbij het hof rekening hield met de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de slachtoffers. De verdachte is verminderd toerekeningsvatbaar geacht vanwege zijn psychische stoornis, maar de ernst van de feiten rechtvaardigde een gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met voorwaarden. De verdachte moet zich onder behandeling stellen en zich aan strikte voorwaarden houden, waaronder het vermijden van contact met kinderen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001361-07
Parketnummer: 09-535459-06
Datum uitspraak: 28 april 2009
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage van 23 februari 2007 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1965,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 3 oktober 2008 en 14 april 2009.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks 01 januari 2005 tot en met 12 april 2005 te Leiden, met [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum slachtoffer 1], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte zijn, verdachtes, penis in de anus en/of mond van die [slachtoffer 1] gebracht;
2.
hij in de periode van 13 april 2005 tot en met
01 februari 2006 te Leiden, met [slachtoffer 1], (geboren [geboortedatum slachtoffer 1]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, meermalen, althans eenmaal (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte zijn, verdachtes, penis in de anus en/of de mond van die [slachtoffer 1] gebracht;
3.
hij in de periode van 01 januari 2005 tot en met
01 februari 2006 te Leiden met [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum slachtoffer 2], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, meermalen, althans eenmaal (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit
- het pakken en/of vasthouden van de penis van die [slachtoffer 1] en/of
- het trekken aan de penis van die [slachtoffer 1] en/of
- het zich door die [slachtoffer 1] laten aftrekken en/of
- het zich in zijn, verdachtes, anus en/of mond laten binnendringen door (de penis van) die [slachtoffer 1] en/of
- het zoenen van die [slachtoffer 2] en/of
- het omarmen en/of omhelsen van die [slachtoffer 2] en/of
- het in (verdachtes) bed nemen van die [slachtoffer 2] en/of het (vervolgens) tegen die [slachtoffer 2] aankruipen en/of tegen die [slachtoffer 2] aan gaan liggen en/of
- het strelen over de buik en/of borst van die [slachtoffer 2];
4.
hij in of omstreeks 01 januari 2005 tot en met
25 juli 2006 te Leiden, in elk geval in Nederland, één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager, bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten foto- en/of filmbestanden met daarop jongens en/of meisjes die seksuele handelingen verrichten, althans jongens met een erecte penis en/of masturberende jongens en/of jongens die de anus in beeld toonden en/of een bestand getiteld "[bestandsnaam 1]", bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad;
5.
hij in de periode van 01 januari 2005 tot en met
25 juli 2006 te Leiden, althans in Nederland, een of meermalen door giften of beloften van geld of goed of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding, te weten door zich bij conversaties via de computer, althans tijdens het chatten voor te doen alsof hij, verdachte, een meisje zou zijn en/of hij, verdachte, Mariska zou heten en/of 13 jaar en/of 14 jaar oud zou zijn, een persoon, Bob en/of Danny en/of een of meer andere minderjarige jongens, waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen, te weten masturberen voor de webcam, te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren, met aftrek van voorarrest, alsmede is gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld onder de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van de veroordeelde:
- veroordeelde stelt zich onder dagbehandeling van De Waag (Centrum voor ambulante forensische psychiatrie) te Utrecht, voor zover deze instelling dit nodig acht;
- veroordeelde houdt zich aan alle afspraken met zijn behandelaar(s); de behandeling kan alleen eindigen in overleg met behandelaar(s) en de Reclassering;
- indien uit onderzoek tijdens de behandeling door De Waag en/of in de eventueel daaropvolgende behandeling blijkt dat medicamenteuze ondersteuning gewenst is, gebruikt veroordeelde de door de behandelaar(s) voorgeschreven medicatie op juiste wijze;
- na behandeling door De Waag te Utrecht, wordt zonodig een vervolgtraject vastgesteld, waarnaar veroordeelde zich zal schikken;
- veroordeelde zal geen kinderen meer in zijn huis ontvangen en zich ook niet meer in kinderrijke omgevingen begeven (zoals speeltuinen, jeugdvoetbalverenigingen, zwembaden etc.);
- veroordeelde stelt zich controleerbaar op ten opzichte van zijn behandelaar(s) en/of begeleiders en werkt mee aan het politieconvenant van de Reclassering, wat inhoudt dat veroordeelde onaangekondigd door de wijkagent gecontroleerd kan worden in zijn huis of woonomgeving;
- veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen en afspraken met de Reclassering, die belast is met de opdracht tot het verlenen van steun en hulp bij de naleving van de voorwaarden;
- veroordeelde stelt zich voor de Reclassering controleerbaar op en geeft toestemming aan de Reclassering om informatie te verstrekken en te vragen aan die personen en instellingen die voor de uitvoering van het toezicht van belang zijn;
- veroordeelde zal niet van verblijfplaats veranderen, zonder dit eerst te overleggen met de Reclassering. Zijn adres is [adres];
- veroordeelde mag geen strafbare feiten plegen.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep is ingevolge de appèlmemorie van de officier van justitie niet gericht tegen de in eerste aanleg gegeven vrijspraak.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voorzover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Redelijke termijn
Het hof heeft ambtshalve geconstateerd dat de procedure lang heeft geduurd, doch dat dit met name is te wijten aan het feit dat de behandeling van de zaak ter terechtzitting van 3 oktober 2008 voor een periode van zes maanden is aangehouden teneinde de verdachte in de gelegenheid te stellen zich met ingang van 9 oktober 2008 onder (ambulante) dagbehandeling te stellen van De Waag en de Reclassering naar aanleiding van het vorenstaande nadere rapportage omtrent de verdachte op te laten maken. Aldus is de verdachte in de gelegenheid gesteld te laten zien of hij zich aan de voorwaarden kon houden van de hem bij vonnis in eerste aanleg opgelegde terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Overigens heeft de inhoudelijke behandeling van de zaak ter terechtzitting eveneens vertraging opgelopen nu nieuwe rapportages van de psycholoog en psychiater dienden te worden opgesteld alsmede omdat het Openbaar Ministerie de zaak tegelijk wilde aanbrengen met een samenhangende zaak tegen een andere verdachte.
Het hof volstaat met te constateren dat de behandeling van de zaak vertraging heeft opgelopen, maar dat er gelet op het voorgaande geen sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
hij in de periode van 13 april 2005 tot en met 01 februari 2006 te Leiden, met [slachtoffer 1], (geboren [geboortedatum slachtoffer 1]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte zijn, verdachtes, penis in de anus en/of de mond van die [slachtoffer 1] gebracht;
3.
hij in de periode van 01 januari 2005 tot en met 01 februari 2006 te Leiden met [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum slachtoffer 2], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt, meermalen telkens buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit
- het pakken en vasthouden van de penis van die [slachtoffer 1] en
- het trekken aan de penis van die [slachtoffer 1] en
- het zich door die [slachtoffer 1] laten aftrekken en
- het zich in zijn, verdachtes, anus en mond laten binnendringen door (de penis van) die [slachtoffer 1] en
- het zoenen van die [slachtoffer 2] en
- het omhelzen van die [slachtoffer 2] en
- het in (verdachtes) bed nemen van die [slachtoffer 2] en het tegen die [slachtoffer 2] aankruipen en tegen die [slachtoffer 2] aan gaan liggen en
- het strelen over de buik en/of borst van die [slachtoffer 2];
4.
hij in de periode van 01 januari 2005 tot en met 25 juli 2006 te Leiden meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten fotobestanden en een filmbestand met daarop jongens die seksuele handelingen verrichten, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, in bezit heeft gehad;
5.
hij in de periode van 01 januari 2005 tot en met 25 juli 2006 te Leiden, door misleiding, te weten door zich bij conversaties via de computer voor te doen alsof hij, verdachte, een meisje zou zijn en 13 jaar of 14 jaar oud zou zijn, minderjarige jongens, waarvan verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen, te weten masturberen voor de webcam, te plegen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 5 bewezenverklaarde:
Door misleiding een persoon, waarvan de dader weet dat deze de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Motivering van de op te leggen straf en maatregel
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 2, 3, 4 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren, met aftrek van voorarrest, alsmede dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld, onder de voorwaarden zoals genoemd in het reclasseringsrapport d.d. 7 april 2009, met als extra voorwaarde dat de verdachte geen direct dan wel indirect contact met kinderen zal maken via het internet, onder zijn eigen dan wel een valse naam of valse voorwendselen.
Het hof heeft de op te leggen straf en maatregel bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich doelbewust in een situatie gebracht waarbij hij in contact kwam met jongens in de leeftijd rond de 12 tot 17 jaar, door zijn woning in te richten als een soort 'jeugdhonk', waar jongens in de bedoelde leeftijd werden voorzien van snoep en dergelijke en waar zij computerspelletjes konden doen en video's konden kijken. De woning van verdachte oefende daarmee aantrekkingskracht uit op jongens in de bedoelde leeftijd en die verbleven dan ook met regelmaat in die woning en brachten hier zelfs de nacht door. Verdachte heeft door het plegen van de onder 2 en 3 bewezenverklaarde feiten ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van twee van de jongens die naar zijn woning waren gekomen. Het is verdachte ernstig aan te rekenen dat het hierbij ging om jongens die ieder in een min of meer kwetsbare situatie verkeerden, waarvan verdachte misbruik heeft gemaakt. Het slachtoffer [slachtoffer 1] had kort tevoren zijn moeder verloren; hij kon door omstandigheden niet langer bij zijn vader wonen en vertoefde daarmee niet (meer) in een vertrouwde huiselijke omgeving. Het andere slachtoffer [slachtoffer 2] was, in de eigen woorden van verdachte, een zeer toeschietelijk en op vaderlijke gevoelens gericht kind. De verdachte heeft hier misbruik van gemaakt.
De verdachte heeft voorts, zoals onder 4 bewezenverklaard, zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen en een kinderpornografische film. Daarmee heeft de verdachte de norm dat seksueel misbruik van jeugdigen moet worden tegengegaan ernstig geschonden. Door het verzamelen van kinderporno is het de verdachte, zij het indirect, mede toe te rekenen dat uiterst laakbare handelingen, die plaatsvinden met kinderen van veelal zeer jonge leeftijd, in stand worden gehouden en bevorderd, gelet op de kennelijke vraag naar afbeeldingen van die gedragingen. Het is voorts een feit van algemene bekendheid dat kinderen die zijn betrokken bij dergelijke seksuele handelingen nog geruime tijd kunnen lijden onder de psychische gevolgen van hetgeen hun is aangedaan.
Het onder 5 tenlastegelegde en bewezenverklaarde feit getuigt van een handelwijze van verdachte die uitsluitend gericht was op eigen lustbevrediging waaraan de gevoelens en integriteit van jongens in de puberleeftijd ondergeschikt werden gemaakt. Verdachte heeft op geraffineerde wijze - namelijk door zich voor te doen als een dertien- of veertienjarig meisje en door aan zijn potentiële slachtoffers seksueel getinte filmpjes van een meisje toe te sturen - minderjarige jongens tijdens conversaties via de computer opzettelijk bewogen tot het zich ontkleden en verrichten van ontuchtige handelingen, te weten masturberen, voor de webcam.
Voor wat betreft de persoon van de verdachte heeft het hof onder meer acht geslagen op de inhoud van de tot het persoonsdossier van de verdachte behorende recente rapportages, zoals hieronder weergegeven:
* een Pro Justitia rapport d.d. 19 oktober 2006 opgemaakt en ondertekend door drs. B.E.A. van der Hoorn, psychiater;
* een aanvullend Pro Justitia rapport d.d. 8 juli 2008 opgemaakt en ondertekend door drs. B.E.A. van der Hoorn, psychiater;
* een Pro Justitia rapport d.d. 24 oktober 2006 opgemaakt en ondertekend door drs. M.H. Keppel, GZ-psycholoog;
* een aanvullend Pro Justitia rapport d.d. 31 juli 2008 opgemaakt en ondertekend door drs. M.H. Keppel, GZ-psycholoog;
* een Adviesrapport van Reclassering Nederland, regio Den Haag, d.d. 7 april 2009, opgesteld en ondertekend door dhr. C. Guijt, reclasseringswerker.
Drs. Van der Hoorn concludeert in zijn rapport van 2006 dat verdachte - zakelijk weergegeven - een zeer hedonistische man is; zijn levensstijl is erop gericht bevrediging te vinden voor zijn eigen -seksuele- genot. De diagnose pedofilie wordt bij verdachte gesteld. De laatste maanden domineerde deze stoornis zijn leven en ten aanzien van het tenlastegelegde feit dat hij pedoseksueel materiaal op zijn computer had en dit verspreidde, alsmede dat hij via internet pedoseksuele contacten zocht (tenlastegelegde feiten 4 en 5) wordt de verdachte daarom, indien bewezen, verminderd toerekeningsvatbaar geacht. Ook voor de onder 1 tot en met 3 tenlastegelegde feiten wordt de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar geacht, vanuit het eerder genoemde argument dat de stoornis zijn leven beheerste.
Duidelijk is dat de verdachte welwillend staat tegenover een behandeling. Gezien de ernst van de stoornis en het daaruit voortvloeiende gevaar, alsmede het hoog ingeschatte recidive risico, wordt geadviseerd verdachte een TBS met voorwaarden op te leggen. Als voorwaarde wordt gesteld dat de verdachte een dagbehandeling bij het Centrum de Waag ondergaat te Utrecht. Een verplicht reclasseringscontact zou hierop kunnen toezien. Zowel verdachte als De Waag staan hier welwillend tegenover.
In zijn rapport van 2008 onderschrijft drs. Van der Hoorn - zakelijk weergegeven - zijn eerder gestelde diagnoses dan wel conclusies omtrent de stoornis waar verdachte aan lijdt, de toerekeningsvatbaarheid van verdachte en het strafadvies. Binnen de TBS met voorwaarden is een adequate behandeling op diverse manieren uit te voeren. Een van de opties is het volgen van een intensieve, langer durende en gespecialiseerde dagbehandeling van drie dagen per week bij De Waag. Geadviseerd wordt hiernaast verdachte aanvullend te behandelen met een individueel contact, waarbij onder meer kan worden gesproken over libidoremmende medicatie. Een voordeel is dat verdachte thuis kan blijven wonen en kan blijven werken om zo langzaam zijn schulden kwijt te raken. Het hebben van een adequate dagbesteding (en huisvesting) is gunstig voor het recidiverisico.
De psycholoog, drs. Keppel, concludeert in haar rapport van 2006 - zakelijk weergegeven - dat de verdachte onder meer een hedonistische man is en dat bij hem sprake is van een ziekelijke storing van de geestvermogens in de vorm van pedofilie. Daarnaast is zij van mening dat sprake is van een gebrekkige ontwikkeling in de zin van scheefgroei in de persoonlijkheidsontwikkeling in sociaal-emotioneel opzicht. Voor wat betreft de feiten met betrekking tot de pedoseksuele contacten via MSN en het bezit van kinderpornografisch materiaal dient verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te worden beschouwd. Wat betreft de feiten betreffende de pedoseksuele handelingen dient verdachte, indien bewezen, niet volledig toerekeningsvatbaar te worden beschouwd.
Gezien de ernst van de problematiek en de hoge kans op recidive is behandeling voor zedendelinquenten geïndiceerd; ter overweging stelt Keppel een dagbehandeling voor zedendelinquenten bij De Waag te Utrecht voor. Deze behandeling zou kunnen worden uitgevoerd in het kader van een TBS met voorwaarden.
In haar rapport van 2008 - zakelijk weergegeven - onderschrijft drs. Keppel haar eerder gestelde diagnoses en conclusies, onder meer omtrent pedofilie en de toerekeningsvatbaarheid.
Voorts stelt zij dat De Waag een nieuw behandelaanbod heeft, Sectie intensieve Behandeling (SIB) voor zedenplegers, waarbij cliënten een veel meer op maat toegesneden behandelprogramma krijgen. Daarnaast kan verdachte een aanvullende individuele behandeling krijgen, waarbij medicatiegebruik (libidoremmers) overwogen kan worden. Drs. Keppel is van mening dat voornoemde behandeling met de aanvullende individuele behandeling afdoende zou moeten zijn om recidive te voorkomen. De TBS met voorwaarden als juridisch kader staat als een enorme stok achter de deur, want mocht verdachte zich niet houden aan de voorwaarden dan wel recidiveren, dan zal/kan de TBS ten uitvoer worden gelegd.
Het hof heeft d.d. 3 oktober 2008 de behandeling van de zaak ter terechtzitting aangehouden teneinde de verdachte in de gelegenheid te stellen een aanvang te maken met de dagbehandeling bij De Waag en te laten zien dat hij zich kon houden aan de voorwaarden. De reclassering is verzocht dienaangaande een aanvullend rapport op te stellen.
De heer Guijt van de reclassering stelt in het Adviesrapport van 7 april 2009 dat de verdachte op
9 oktober 2008 met de behandeling bij De Waag is begonnen. Na wekelijkse oriënterende gesprekken om tot een adequate aanpak van verdachtes problematiek te komen is verdachte op 3 december 2008 in de groepsbehandeling voor zedendelinquenten, gericht op delictanalyse en zelfmanagement, geplaatst. Verdachte heeft vervolgens wekelijks woensdag en vrijdag van 9.00 uur tot 12.30 deelgenomen aan de groepsbehandeling. Tevens had hij eens per twee weken een individueel gesprek met zijn behandelaar en enkele gesprekken met een psychiater van De Waag. Verdachte heeft voorts zelf aangegeven bij zijn behandelaar dat hij behoefte had aan ondersteuning in de vorm van libidoremmende middelen, welke hij ook voorgeschreven heeft gekregen.
De rapporteur heeft deelgenomen aan een evaluatie gesprek van de behandeling van verdachte van de periode van 9 oktober 2008 tot 5 februari 2009. Tijdens dit gesprek bleek dat verdachte zich coöperatief opstelde tijdens de behandeling, dat hij zich inspande en dat hij openheid van zaken gaf. De behandelaar van betrokkene concludeerde dat de behandeling in de vorm zoals zij nu was aangeboden, afdoende was.
De rapporteur heeft daarnaast de verdachte wekelijks gesproken op zijn kantoor en tijdens huisbezoeken. Verdachte heeft geen afspraak gemist of afgezegd en stelde rapporteur in de gelegenheid om te controleren of verdachte zich aan de voorwaarden hield. Verdachte is ook meerdere malen bezocht door de wijkagent, die hij toegang tot zijn woning verschafte. Ook ten opzichte van de politie heeft de verdachte zich coöperatief opgesteld.
Tot slot komt de rapporteur tot de conclusie dat de begeleiding van verdachte binnen het kader van TBS met voorwaarden haalbaar is. De reclassering is bereid toe te zien op de naleving van de voorwaarden zoals genoemd in het onderhavige rapport in het kader van terbeschikkingstelling. De reclassering schat in dat verdachte zich voldoende zal inzetten voor behandeling en dat hij zich begeleidbaar en controleerbaar zal opstellen. De verdachte is akkoord gegaan met de inhoud van het rapport en met de voorwaarden.
Voorts heeft het hof in aanmerking genomen de ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 14 april 2009 door C. Guijt, reclasseringswerker, als getuige-deskundige afgelegde verklaring, kort gezegd, dat hij persisteert bij de inhoud van het rapport d.d. 7 april 2009. Hij handhaaft zijn conclusie dat de reclassering thans van oordeel is dat de behandeling die verdachte thans ondergaat voldoende is en dat zowel de reclassering als de behandelaars in Utrecht de indruk hebben dat verdachte zich serieus inzet.
Het hof neemt voorts in aanmerking dat de verdachte ter terechtzitting van 14 april 2009 zich bereid heeft verklaard tot naleving van de voorwaarden zoals genoemd in het vorenstaande reclasseringsrapport, alsmede van de aanvullende voorwaarde zoals gesteld door de advocaat-generaal ter terechtzitting van 14 april 2009. Voorts heeft de verdachte verklaard bezig te zijn met het construeren van een adequate dagbesteding op zijn 'vrije' dagen, hetgeen goed gaat.
Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 31 maart 2009, is de verdachte al eens veroordeeld voor het plegen van een soortgelijk feit. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten en met in achtneming van de beschouwingen, de conclusies en de adviezen van de deskundigen in de omtrent de persoon van de verdachte uitgebrachte rapporten komt het hof - alles overwegende - tot het oordeel dat, ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen, het geven van een last tot terbeschikkingstelling met na te noemen voorwaarden noodzakelijk en geboden is. Aan de in artikel 37a lid 1 onder 1 en 2, alsmede aan de in artikel 38 lid 1 en 3 van het Wetboek van Strafrecht cumulatief gestelde voorwaarden is voldaan aangezien het bewezenverklaarde misdrijven betreft waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van goederen of personen het geven van een last tot terbeschikkingstelling met voorwaarden eist, alsmede nu de verdachte te kennen heeft gegeven bereid te zijn de voorwaarden na te leven.
Daarnaast acht het hof het samenstel van de bewezenverklaarde feiten zodanig ernstig, dat een langdurige vrijheidsstraf eveneens is geboden. Nu de verdachte reeds gedurende ruim 27 maanden in voorlopige hechtenis heeft gezeten en deze periode van de nader te noemen gevangenisstraf zal worden afgetrokken, zal de terbeschikkingstelling met voorwaarden meteen kunnen aanvangen en de reeds aangevangen behandeling van de verdachte worden gecontinueerd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 37a, 38, 38a, 57, 240b, 245, 247 en 248a van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep - voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen - en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
2 (twee) jaren.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld, onder de navolgende voorwaarden:
- verdachte stelt zich onder dagbehandeling van De Waag (Centrum voor ambulante forensische psychiatrie) te Utrecht, voor zover deze instelling dit nodig acht;
- verdachte houdt zich aan alle afspraken met zijn behandelaar(s); de behandeling kan alleen eindigen in overleg met behandelaar(s) en de Reclassering;
- indien uit onderzoek tijdens de behandeling door De Waag en/of in de eventueel daaropvolgende behandeling blijkt dat medicamenteuze ondersteuning gewenst is, gebruikt verdachte de door de behandelaar(s) voorgeschreven medicatie op juiste wijze;
- na behandeling door De Waag te Utrecht, wordt een vervolgtraject vastgesteld, waarnaar verdachte zich zal schikken;
- verdachte werkt mee aan het vinden van geschikte dagbesteding, bijvoorbeeld in de vorm van (vrijwilligers)werk;
- verdachte zal geen kinderen meer in zijn huis ontvangen en zich ook niet meer in kinderrijke omgevingen begeven (zoals speeltuinen, jeugdvoetbalverenigingen, zwembaden en dergelijke). Tevens zal de verdachte geen kinderen via het internet benaderen in zijn eigen dan wel een valse of voorgewende hoedanigheid;
- verdachte stelt zich controleerbaar op ten opzichte van zijn behandelaar(s) en/of begeleiders en werkt mee aan het politieconvenant van de Reclassering, wat inhoudt dat verdachte onaangekondigd door de wijkagent gecontroleerd kan worden in zijn huis of woonomgeving;
- verdachte houdt zich aan de aanwijzingen en afspraken met de Reclassering, die belast is met de opdracht tot het verlenen van steun en hulp bij de naleving van de voorwaarden;
- verdachte stelt zich voor de Reclassering controleerbaar op en geeft toestemming aan de Reclassering om informatie te verstrekken en te vragen aan die personen en instellingen die voor de uitvoering van het toezicht van belang zijn;
- verdachte zal niet van verblijfplaats veranderen, zonder dit eerst te overleggen met de Reclassering. Zijn adres is [adres];
- verdachte mag geen strafbare feiten plegen.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit arrest is gewezen door mr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, mr. J.A.C. Bartels en mr. J.W. Wabeke,
in bijzijn van de griffier mr. Y.H.G. van der Hut.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 april 2009.
mr. J.W. Wabeke is buiten staat dit arrest te ondertekenen.