ECLI:NL:GHSGR:2009:BI1735
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Th.W.H.E. Schmitz
- R.C. Schlingemann
- A.G. Beets
- Rechtspraak.nl
Vergoeding voor huurder en onderhuurder na gedwongen verhuizing ten behoeve van wijkreconstructie
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, ging het om een hoger beroep van Heere Horeca Exploitatie B.V. tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De zaak betreft de vergoeding die zowel aan de huurder, Heineken Nederland B.V., als aan de onderhuurder, Heere, is toegekend na een gedwongen verhuizing in het kader van wijkreconstructie. De kantonrechter had eerder beslist dat beide partijen recht hadden op een vergoeding op basis van artikel 7:297 BW, wat door Staedion, de verhuurder, werd betwist. Staedion stelde dat de kantonrechter ten onrechte aan beide partijen een vergoeding had toegekend, aangezien de wet slechts de mogelijkheid biedt om een tegemoetkoming vast te stellen voor de huurder of de onderhuurder, maar niet voor beiden. Het hof oordeelde echter dat de kosten die aan Heineken en Heere zijn toegekend niet overlappen en dat beide partijen recht hebben op een vergoeding. Het hof wees erop dat de wetgeving is bedoeld om de positie van de onderhuurder te versterken ten opzichte van de verhuurder, en dat de door Staedion voorgestane uitleg van de wet niet in lijn is met de parlementaire geschiedenis. Het hof concludeerde dat de grief in incidenteel appel van Staedion faalde en dat de grieven in principaal appel van Heere ook niet gegrond waren. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Heere in de proceskosten van Staedion in het principaal appel, terwijl Staedion in de proceskosten van Heere in het incidenteel appel werd veroordeeld.