ECLI:NL:GHSGR:2009:BI1711
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- E.J. van Sandick
- R.C. Schlingemann
- A.G. Beets
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de toepassing van de regel 'koop breekt geen huur' in een onderhuursituatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 31 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toepassing van de regel 'koop breekt geen huur'. De appellant, vertegenwoordigd door mr. E. Grabandt, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam, sector kanton, dat op 27 januari 2006 was gewezen. De geïntimeerde, [de huurder] B.V., vertegenwoordigd door mr. L.M. Bruins, heeft de grieven van de appellant bestreden.
De kern van het geschil betreft de vraag of de koper van een bedrijfspand, dat verhuurd is aan [de huurder], de onderhuur moet aanvaarden op basis van de genoemde regel. Het hof heeft vastgesteld dat de feiten zoals vastgesteld in het vonnis van de rechtbank niet zijn bestreden. De regel 'koop breekt geen huur', zoals verankerd in artikel 7A:1612 BW oud en later in artikel 7:226 BW, houdt in dat de nieuwe eigenaar gebonden is aan de bestaande huurovereenkomsten.
Het hof heeft geoordeeld dat de appellant als nieuwe eigenaar van het pand, dat eerder eigendom was van Interbrew Brouwerijen N.V., de onderhuur moet aanvaarden. Dit oordeel is gebaseerd op de schriftelijke verklaring van Interbrew, waarin werd bevestigd dat het verhuurde pand onderverhuurd was en dat dit was toegestaan. Het hof heeft alle grieven van de appellant verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De appellant is veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 248,= aan verschotten en € 894,= aan salaris voor de advocaat van de geïntimeerde.
Deze uitspraak benadrukt de rechtszekerheid voor huurders en onderhuurders in situaties van eigendomsoverdracht en bevestigt de toepassing van de regel 'koop breekt geen huur' in het civiele recht.