ECLI:NL:GHSGR:2009:BH9420
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Mink
- A. van Leuven
- B. Bouritius
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake eenhoofdig gezag over minderjarigen na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de gezagsvoorziening over drie minderjarigen na de echtscheiding van de ouders. De vader, verzoeker in hoger beroep, is het niet eens met de beslissing van de rechtbank Rotterdam, die de moeder het eenhoofdig ouderlijk gezag over de minderjarigen heeft toegewezen. De vader heeft op 2 januari 2008 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 3 oktober 2007. De moeder heeft op 1 februari 2008 een verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 februari 2009 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De vader verzoekt het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en het verzoek van de moeder om het eenhoofdig gezag niet-ontvankelijk te verklaren of af te wijzen. De moeder verzoekt het hof om het beroep van de vader ongegrond te verklaren en de bestreden beschikking te bekrachtigen.
Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is, wat een onaanvaardbaar risico met zich meebrengt voor de minderjarigen. De vader stelt dat hij in het belang van de kinderen handelt, maar het hof concludeert dat de communicatie tussen de ouders niet kan worden aangemerkt als overleg, wat noodzakelijk is voor gezamenlijke gezagsuitoefening. De moeder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het in het belang van de minderjarigen is dat het ouderlijk gezag aan haar alleen wordt toegekend. Het hof bekrachtigt daarom de bestreden beschikking, waarbij het gezamenlijk gezag niet kan worden voortgezet, gezien de gebrekkige communicatie en de risico's voor de minderjarigen.
De beslissing van het hof is genomen op 4 maart 2009 en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.