ECLI:NL:GHSGR:2009:BH9327
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Th.W.H.E. Schmitz
- E.J. van Sandick
- R.S. van Coevorden
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van vorderingen in kort geding met betrekking tot tussenkomst en voeging
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, heeft [appellant] een hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank 's-Gravenhage. [appellant] vordert de veroordeling van FlorElite tot betaling van € 227.434,35 en € 100.000,--, waarbij de laatste vordering is gebaseerd op een leningsovereenkomst die door [appellant] is ontbonden wegens wanprestatie. De vordering van € 227.434,35 is gebaseerd op gecedeerde vorderingen van de Eeuwige Lente Twente V.O.F. (ELT) op FlorElite. FlorElite heeft in Italië een tegenvordering ingesteld tegen [appellant] voor openstaande facturen, die is toegewezen met rente en kosten. De voorzieningenrechter in eerste aanleg heeft de vordering van [appellant] afgewezen, omdat het bestaan van de gecedeerde vordering onvoldoende aannemelijk was. Hiertegen zijn grieven ingediend.
De coöperatie Coöperatieve Rabobank Rijnstreek U.A. en VDG Participaties B.V. hebben beiden verzocht om tussenkomst in de procedure. De bank stelt dat zij een pandrecht heeft op een vordering van FlorElite op [appellant] en dat haar pandrecht wordt bedreigd door de vordering van [appellant]. VDG betwist de rechtsgeldigheid van de cessieovereenkomst tussen ELT en [appellant] en heeft belang bij afwijzing van de vordering van [appellant].
Het hof overweegt dat de bank niet beoogt zelf een vordering in te stellen, maar slechts verweer wil voeren tegen de vordering van [appellant]. Het hof wijst de gevorderde tussenkomst van de bank af, maar staat de voeging toe. VDG's verzoek tot tussenkomst wordt eveneens afgewezen, omdat zij niet beoogt zelf een vordering in te stellen. Het hof concludeert dat de gevorderde voeging van VDG toewijsbaar is, omdat zij belang heeft bij het voorkomen van benadeling van haar rechten. De beslissing over de kosten in het incident wordt aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak.