Rolnummer: 22-003629-08
Parketnummer: 09-650095-07
Datum uitspraak: 30 maart 2009
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage van 29 mei 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedag] 1957,
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Midden Holland – Huis van Bewaring De Geniepoort te Alphen aan den Rijn,
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 16 maart 2009.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd. Het hof vat deze tenlastelegging op als een alternatieve tenlastelegging.
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 2 eerste alternatief tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1, eerste en tweede alternatief en 2, tweede alternatief tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest, met beslissing omtrent de inbeslaggenomen voorwerpen als nader in het vonnis omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2, eerste alternatief is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, eerste alternatief en 2, tweede alternatief tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. hij op 14 september 2007 te 's-Gravenzande en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2. hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2006 tot en met 13 september 2007 te
's-Gravenzande en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens opzettelijk heeft afgeleverd en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1, eerste alternatief bewezenverklaarde:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
ten aanzien van het onder 2, tweede alternatief bewezenverklaarde:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte van het onder 2, eerste alternatief zal worden vrijgesproken en ter zake van het onder 1, eerste en tweede alternatief en 2, tweede alternatief zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte is samen met anderen betrokken geweest bij de invoer van een grote hoeveelheid heroïne. In de periode hieraan voorafgaand heeft hij zich met anderen schuldig gemaakt aan het vervoeren en afleveren van heroïne. Dergelijke feiten leiden tot de handel in en het gebruik van heroïne, waardoor de volksgezondheid wordt bedreigd en waardoor ook onder de gebruikers het plegen van vermogensdelicten wordt bevorderd, teneinde de voor het gebruik benodigde gelden te verkrijgen. Dit veroorzaakt veel schade en onrust in de samenleving. Bovendien leidt de grootschalige handel in verdovende middelen veelal tot samenhangende vormen van ernstige criminaliteit.
Het hof is - alles overwegende – van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van navermelde duur een passende en geboden reactie vormt.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de onder de verdachte inbeslaggenomen auto's, te weten de Mercedes Vito [kenteken A] en de Mercedes S 350 [kenteken B] aan de rechthebbenden zullen worden teruggegeven.
Ten aanzien van het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een Mercedes Vito
[kenteken A], zoals dit vermeld is op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder nummer 1, zal het hof de teruggave gelasten aan uitzendbureau [X].
Ten aanzien van het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een Mercedes S 350
[kenteken B], zoals dit vermeld is op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder 2, zal het hof de teruggave gelasten aan de verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2, eerste alternatief tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, eerste alternatief en 2, tweede alternatief tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan uitzendbureau [X} van het inbeslaggenomen voorwerp, zoals dit vermeld is op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder 1, te weten een Mercedes Vito
[kenteken A].
Gelast de teruggave aan de verdachte van het inbeslaggenomen voorwerp, zoals dit vermeld is op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder 2, te weten een Mercedes S 350
[kenteken B].
Dit arrest is gewezen door mr. P.J. Wurzer, mr. M.P.J.G. Göbbels en mr. S.J.A.M. van Gend, in bijzijn van de griffier mr. M.C. Bongaerts.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 30 maart 2009.