- proces-verbaal, codenummer V02-04, van 19 augustus 2004: ”(Nadat hem nogmaals is gevraagd naar de reden waarom hij op de manurenstaten andere namen heeft vermeld dan de namen van de werknemers die bij de opdrachtgevers hebben gewerkt en zijn vermeld op de week-urenbriefjes.)
’Dat is niet bij alle manurenstaten zo. Ik geef toe dat ik bij het opstellen van manurenstaten fouten heb gemaakt. Ik ben mij daar van bewust. Ik wil daar verder niet over verklaren. Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.’
(Is het zo dat er bij Uitzendbureau X personeel in dienst was dat, vanwege het feit dat zij of illegaal waren of een uitkering genoten, niet in de loonadministratie wilden of konden worden opgenomen en daarom door u niet op de manurenstaten?)
’Ik heb de nodige antwoorden gegeven. Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.’
(Nadat hem is voorgehouden dat volgens de week-urenbriefjes bij de opdrachtgever W CV in:
* week 12 van het jaar 2001 hebben gewerkt ’A’, ’Yilmaz’ en ’Emin’
* week 13 van het jaar 2001 hebben gewerkt ’Cihan’, ’Yilmaz’ en ’Emin’
In deze weken is door genoemde mannelijke werknemers van Uitzendbureau X totaal 220 uur gewerkt. (…) Volgens de verklaring van AW (…) hebben in 2001 bij hem geen vrouwelijke werknemers van Uitzendbureau X gewerkt. (…) Volgens de handgeschreven manurenstaat (…) zijn de 220 uur gewerkt door:
‘egi’ 60 uur
NN-2 40 uur
NN-3 40 uur
NN-4 40 uur
NN-5 40 uur’
Met uitzondering van ’egi’ (=eigenaren) en ’NN-4’ zijn dit vrouwelijke werknemers. Hoe kunt u het verschil verklaren tussen de week-urenbriefjes en manurenstaat?)
’Betreffende de week-urenbriefjes kan ik verklaren dat NN-6 mijn broer is. A ben ikzelf. Emin heeft bij mij gewerkt. Yilmaz kan ik mij niet herinneren. Ik ben bewust van het feit dat ik fouten heb gemaakt. Ik heb dit bekend en wil mij verder beroepen op mijn zwijgrecht.’
(…)
(Waarom staat een groot aantal van de namen die op de week-urenbriefjes staan vermeld dan niet op de manurenstaten?)
’Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.’
(…)
Hoe kunt u het verschil verklaren tussen het week-urenbriefje en manurenstaat [betreffende W CV, Hof]?
’(…) Ik wens gebruik te maken van mijn zwijgrecht.’
(…)
Hoe kunt u het verschil verklaren tussen de week-urenbriefjes en manurenstaat [betreffende S, Hof]?
’U ziet het zelf ik wil daar verder niet over praten. Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.’
(…)
Hoe kunt u het verschil verklaren tussen de week-urenbriefjes en de manurenstaten [betreffende MR, Hof]?
’Daar heb ik ook fouten gemaakt. Ik wil daar niet meer over verklaren. Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.’
(…)
Hoe kunt u het verschil verklaren tussen de week-urenbriefjes en de manurenstaten [betreffende P-Q, Hof]?
’De eigenaar van de kas had tegen mij gezegd dat de man al eerder voor hem had gewerkt. Toen het Westland Interventie Team was geweest heb ik de man ontslagen. Ik heb daar fouten gemaakt en wil daar verder niet over verklaren. Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.’
(…)
(Nadat hem is voorgehouden dat bij andere opdrachtgevers van Uitzendbureau X inzake de jaren 2001 en 2002 soortgelijke verschillen zijn aangetroffen tussen de week-urenbriefjes en de manurenstaten en hem is gevraagd om een reactie.)
’Ik denk dat jullie bij alle klanten langs zijn geweest. U ziet wat er fout is. Ik weet ook dat ik fouten heb gemaakt. Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.’
(Hem is voorgehouden dat door de opdrachtgevers van Uitzendbureau X, met uitzondering van B, is verklaard dat zij in 2001 in 2002 geen vrouwelijke werknemers hebben ingeleend via Uitzendbureau X. Is dat juist?)
’Misschien hebben er wel vrouwen bij deze opdrachtgevers gewerkt, maar het was niet veel.’
(Hebben de opdrachtgevers dan in deze kwestie een onjuiste verklaring afgelegd?)
’Dat weet ik niet. Het is twee jaar geleden. Buiten B hebben de vrouwen niet veel bij de andere opdrachtgevers gewerkt. Misschien een paar keer om te helpen.’
(Waarom noteert u dan op de manurenstaten betreffende deze opdrachtgevers vrijwel iedere week toch de namen van vrouwen, terwijl u zegt dat de vrouwen daar nagenoeg niet hebben gewerkt. Dit is dan toch geen fout meer.)
’Ik ga de boel niet belazeren. Ik heb mijzelf belazerd.’
(…)
(Wist u dat v.o.f. Administratiekantoor C op voornoemde wijze in uw administratie onjuiste gegevens zou verwerken?)
’Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.’
(Wist u dat de verwerking van deze onjuiste gegevens zou leiden tot het doen van onjuiste aangiften loonbelasting?)
’Ik wist niet dat de verwerking van onjuiste gegevens zou leiden tot het doen van onjuiste aangiften loonbelasting.’
(Door D (…) is verklaard:
’Hoe vaak ik AX niet gebeld heb om te vragen of de urenstaten juist zijn, want ik zag vaak dat er 70 uur per week gewerkt werd door verschillende vrouwen en dat is erg ongeloofwaardig. AX zei mij dan dat het juist was. Ik stelde dan verder geen vragen want dan kreeg ik hetzelfde antwoord, vervolgens verwerkte ik de gegevens zoals opgegeven door AX.’
Gevraagd wordt om een reactie.)
D heeft zoiets niet tegen mij gezegd. Toen ik D leerde kennen en met haar sprak heb ik haar gevraagd hoeveel uur ik aan een werknemer kan toekennen. Zij zei tegen mij dat ik tot 60 à 70 uur aan een werknemer kon toekennen. Ik mocht niet hoger gaan.’
(Het is toch helemaal niet relevant om te vragen tot hoeveel uur u aan een werknemer kan toekennen. Het gaat er toch om hoeveel uur een werknemer heeft gewerkt.)
’Goed ik heb daar fouten gemaakt ik wil daar niet meer over praten. Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.’
(Gisteren heeft u onder meer verklaard (…): ’Dat er meer uren zijn geboekt op eigenaar dan er door mij of mijn vrouw zijn gewerkt klopt. Deze uren zijn gewerkt door werknemers die niet in de loonadministratie staan. Waarom staan deze personen niet in de loonadministratie?)
’Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.’
(Door E(…) is verklaard dat AX en zijn echtgenote nooit bij hem hebben gewerkt in 2002. Tevens zou gedurende 2002 via Uitzendbureau X nooit vrouwelijk personeel zijn ingeleend. Volgens E zouden in 2002 via Uitzendbureau X bij hem hebben gewerkt NN-7 en NN-8. Op de manurenstaten betreffende 2002 staan 10 personen vermeld die in 2002 zouden hebben gewerkt. Daarbij staan de namen van 4 vrouwen en de term eigenaar, dit zou dan moeten zijn uw echtgenoot of u zelf. Hoe kunt u dit verklaren?)
’Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.’”