ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2063

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
20 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-003672-08
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van medeplegen

Op 20 januari 2009 heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in Somalië in 1988, was eerder veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, voor het ten laste gelegde feit. In hoger beroep werd de vordering van de advocaat-generaal besproken, die strekte tot vernietiging van het vonnis en vrijspraak van de verdachte. Het hof heeft het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep en de eerdere zitting in eerste aanleg in overweging genomen.

De tenlastelegging betrof de diefstal van een mobiele telefoon van de aangever door een medeverdachte. Het hof concludeerde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte bewust en nauw met de medeverdachte had samengewerkt, wat noodzakelijk is voor het bewijs van medeplegen. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.

Daarnaast werd ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde gevangenisstraf van 270 dagen, waarvan 85 dagen voorwaardelijk, afgewezen. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen, waarmee het de eerdere beslissing van de politierechter niet in stand hield.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003672-08
Parketnummers: 09-520002-08 en 09-535500-06 (TUL)
Datum uitspraak: 20 januari 2009
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
Meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van
8 juli 2008 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging in de strafzaak tegen de verdachte:
[Verdachte]
geboren te [geboorteplaats] (Somalië) op [geboortedatum] 1988,
adres: [adres]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 20 januari 2009.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal - strekkende tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en tot vrijspraak van de verdachte van het ten laste gelegde - en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis. Voorts is beslist omtrent de vordering tot tenuitvoerlegging, als nader in het vonnis omschreven.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Op grond van het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is aannemelijk geworden dat een medeverdachte de mobiele telefoon van de aangever heeft weggenomen. Nu voorts niet is komen vast te staan dat de verdachte zodanig bewust, nauw en volledig met deze medeverdachte heeft samengewerkt dat kan worden gesproken van medeplegen, is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan wordt vrijgesproken.
Vordering tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te 's-Gravenhage d.d. 19 februari 2007 (onder parketnummer 09-535500-06) is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 270 dagen, met bevel dat een gedeelte van die straf, groot 85 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van twee jaren niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Nu de verdachte van het ten laste gelegde wordt vrijgesproken zal de in eerste aanleg ingediende vordering tot tenuitvoerlegging - conform de vordering van de advocaat-generaal - worden afgewezen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Wijst af de vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk gedeelte, groot 85 dagen, van de bij vonnis d.d. 19 februari 2007 van de politierechter in de rechtbank te 's-Gravenhage onder parketnummer 09-535500-06 opgelegde gevangenisstraf.
Dit arrest is gewezen door mr. R.C.A. Duindam,
mr. J.A.C. Bartels en mr. R.H.J. de Vries,
in bijzijn van de griffier mr. W.R. van Hattum.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 20 januari 2009.