ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2062

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
20 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-000409-08
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens niet-strafbaarheid van het bewezen verklaarde in een zaak betreffende een hond van het Pitbull-Terrier type

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 20 januari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1985, was aangeklaagd voor het voorhanden hebben van een hond van het Pitbull-Terrier type, wat in strijd zou zijn met de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van EUR 280,--, subsidiair vijf dagen hechtenis, en onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen hond.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat de op 1 januari 2009 in werking getreden Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die de Regeling agressieve dieren introk, van toepassing is. Hierdoor valt het bewezen verklaarde niet meer onder de delictsomschrijving van artikel 73, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, noch onder enige andere delictsomschrijving. Het hof oordeelde dat het bewezen verklaarde geen strafbaar feit oplevert.

Gelet op deze bevindingen heeft het hof de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging. De advocaat-generaal had gevorderd dat de hond, die als bewijsstuk was aangemerkt, aan de verdachte zou worden teruggegeven. Het hof heeft deze vordering toegewezen en het vonnis waarvan beroep vernietigd, waarbij het hof opnieuw recht heeft gedaan en de verdachte vrijgesproken van de overige tenlasteleggingen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000409-08
Parketnummer: 09-655403-07
Datum uitspraak: 20 januari 2009
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
Meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van
24 januari 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
[Verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
20 januari 2009.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal - strekkende tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachte - en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van EUR 280,--, subsidiair vijf dagen hechtenis, met onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen hond.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 12 juni 2007 te 's-Gravenhage een hond, behorende tot een door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aangewezen soort of categorie, te weten een hond van het Pitbull-Terrier type, welke in belangrijke mate voldeed aan de omschrijving als bedoeld in bijlage 1 van de Regeling agressieve dieren, voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Gezien de op 1 januari 2009 in werking getreden Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (nr. TRCJZ/2008/3647), houdende intrekking van de Regeling agressieve dieren, valt het bewezen verklaarde thans niet meer onder de delictsomschrijving van artikel 73, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren noch onder enige andere delictsomschrijving. Nu het bewezen verklaarde dus geen strafbaar feit oplevert, dient de verdachte ter zake daarvan te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Beslag
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het op de in kopie aan dit arrest gehechte beslaglijst vermelde voorwerp (hond) zal worden teruggegeven aan de verdachte.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is ten laste gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde geen strafbaar feit oplevert en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Gelast de teruggave van aan de verdachte van:
1.00 STK Hond Kl: wit
PITBULL TERRIER
CHASSEY, bruin/grijs/zwart - 3,5 jr oud - 650 euro
Dit arrest is gewezen door mr. R.C.A. Duindam, mr. J.A.C. Bartels en mr. R.H.J. de Vries, in bijzijn van de griffier mr. W.R. van Hattum.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 20 januari 2009.