ECLI:NL:GHSGR:2009:BH1603
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Th.W.H.E. Schmitz
- M.C.M. van Dijk
- M.J. van der Ven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over vergoeding voor door huurder aangebrachte voorzieningen in huurovereenkomst
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Maatschap Agora en Zoutewelle Import B.V. over de vergoeding voor door de huurder aangebrachte voorzieningen in een gehuurde bedrijfsruimte. Zoutewelle, een groothandel in groente- en fruitproducten, huurde van Agora, een professionele verhuurder van onroerend goed, een bedrijfsruimte in Barendrecht van 1976 tot 1 mei 2005. De huurovereenkomst, die op 1 januari 1989 inging, bevatte bepalingen over de ontruiming en de vergoeding voor aangebrachte voorzieningen. Agora heeft de huurovereenkomst opgezegd en ontruiming aangezegd, maar Zoutewelle heeft een verzoek ingediend om de ontruimingstermijn te verlengen, wat door de rechtbank werd gehonoreerd.
De kern van het geschil betreft de vraag of de vergoedingsregeling in artikel 9 van de huurovereenkomst van toepassing is op Agora, de opvolgende verhuurder. Het hof oordeelt dat de bepalingen in de huurovereenkomst, met name artikel 9, een directe relatie hebben met het gebruik van het gehuurde door Zoutewelle en dat deze bepalingen ook van toepassing zijn op Agora. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarin de vordering van Zoutewelle op basis van de vergoedingsregeling is toegewezen. Agora wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.
Het hof concludeert dat de vergoedingsregeling in artikel 9 van de huurovereenkomst voldoende onmiddellijk verband houdt met het gebruik van het gehuurde en dat Agora, als opvolgende verhuurder, gebonden is aan deze regeling. De grieven van Agora worden verworpen, en het hof bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.