ECLI:NL:GHSGR:2008:BG7282

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
28 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-002880-08
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 november 2008 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die was veroordeeld door de politierechter in de rechtbank Rotterdam op 29 juni 2007. De verdachte heeft niet binnen de wettelijke termijn van veertien dagen na het instellen van het hoger beroep een schriftuur met grieven ingediend. Ook heeft hij ter terechtzitting in hoger beroep geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof heeft ambtshalve geen redenen gezien voor een inhoudelijke behandeling van de zaak, wat betekent dat er geen nieuwe argumenten of feiten zijn gepresenteerd die een heroverweging van de zaak rechtvaardigen. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Dit arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. W.R. van Hattum, en is openbaar gemaakt tijdens de zitting.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002880-08
Parketnummer: 10-801140-07
Datum uitspraak: 28 november 2008
Gerechtshof te 's-Gravenhage
Meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van
29 juni 2007 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen)
op [geboortedatum] 1980,
adres: [adres]
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 28 november 2008 gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De verdachte heeft niet binnen veertien dagen na het instellen van het hoger beroep een schriftuur met grieven tegen het vonnis ingediend. Evenmin heeft hij ter terechtzitting in hoger beroep mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof ziet ambtshalve geen redenen voor een inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep. Daarom zal de verdachte, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. L.A.J.M. van Dijk,
mr. Chr.A. Baardman en mr. A.W.M. Bijloos, in bijzijn van de griffier mr. W.R. van Hattum.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 november 2008.
mr. Bijloos is buiten staat dit arrest te ondertekenen.